Het-woorden zijn onzijdigOnzijdige woorden hebben 'het' als lidwoord. Daardoor zijn ze gemakkelijk te herkennen. Het bezittelijk voornaamwoord van een onzijdig zelfstandig naamwoord is 'zijn' en het verwijswoord is 'het'.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
Hoe kun je weten dat het het boek, het huis en het woord is, en niet de boek, de huis en de woord? Boek, huis en woord zijn voorbeelden van het-woorden (ook wel: onzijdige woorden).
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
Bloemen kunnen zowel eenslachtig als tweeslachtig zijn. In het eerste geval bezit de bloem enkel de mannelijke of enkel de vrouwelijke voorplantingsorganen. Er zijn dus mannelijke bloemen, welke enkel meeldraden bezitten, en vrouwelijke bloemen welke enkel een of meerdere stampers bezitten.
Diernamen als hond, olifant en papegaai hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
Bedrijf is een onzijdig woord. Naar onzijdige woorden verwijzen we in de regel met zijn. In de praktijk wordt naar verzamelnamen zoals bedrijf, bestuur of comité ook geregeld met haar verwezen, ook door standaardtaalsprekers.
College is dus een onzijdig woord. In dit artikel een aantal tips om het woordgeslacht van zelfstandige naamwoorden te herkennen.
'Zich' wordt gebruikt voor mannen en vrouwen, 3e persoon enkelvoud en meervoud.
Lidwoordenð¥
Lidwoorden zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. In de Nederlandse taal zijn er drie lidwoorden: 'De', 'het' en 'een'. 'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden en 'een' is het onbepaald lidwoord.
De regel is: als je verwijst naar een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dan gebruik je haar, in alle andere gevallen gebruik je zijn. Let op: bij verkleinwoorden gebruik je altijd het lidwoord het (het zusje, het vrouwtje), ook als het als niet-verkleind woord een vrouwelijk woord is (de zus, de vrouw).
Als u het deelvenster Zoeken wilt openen vanuit de bewerkingsweergave, drukt u op Ctrl+F of klikt u op Start > Zoeken. . U kunt tekst zoeken door deze in het vak In document zoeken naar... te typen. Word Web App begint met zoeken zodra u begint te typen.
Mij, met als gereduceerde vorm me, is een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands waarmee de spreker zichzelf in de voorwerpsvorm aanduidt. Als zodanig is het de tegenhanger van de onderwerpsvorm ik.
Het woordgeslacht is bepalend voor het gebruik van de persoonlijke en de bezittelijke voornaamwoorden. Naar mannelijke de-woorden wordt verwezen met hij, hem en zijn: Hij is zwaar; Ik heb hem op de kast gelegd; Zijn vorm is wat afwijkend.
Een gebouw is onzijdig.
Om te verwijzen naar het woord tafel is zowel hem, haar als ze correct. Zaaknamen als tafel kunnen zowel mannelijk als vrouwelijk opgevat worden. Andere voorbeelden zijn bloem, lamp, deur, kaars, kaart, kast, klok, pan, sigaret, vork. In het zuiden van het taalgebied is ze het gebruikelijkst.
Mannelijke ezels heten ezelhengsten. Vrouwelijke ezels ezelinnen. Jongen van ezels heten ezelsveulens. Een kruising tussen ezelhengst en paardenmerrie wordt muildier genoemd, die tussen ezelin en paardenhengst heet een muilezel.
Planten hebben geen hart dat 'bloed' rondpompt. Door verdamping in de bladeren wordt het water naar boven gezogen. Door de worteldruk lopen planten in het voorjaar uit en gaat water in een boom helemaal omhoog van de wortels naar de top.
De stamper is het vrouwelijke geslachtsorgaan van bedektzadigen, dat zijn alle planten met bloemen. Een stamper bestaat uit een of meer vergroeide vruchtbladen (carpellen). Aan een stamper is te onderscheiden: een vruchtbeginsel, een stijl en een stempel.
Is het de of het blad
In de Nederlandse taal gebruiken wij het blad.