Tijdens een nachtangstaanval kan je kindje behoorlijk overstuur zijn en hard huilen. Het hart klopt vaak snel en je peuter kan een rood gezicht krijgen en zweten. Misschien gaat je kleine zelfs schoppen en slaan. Een aanval duurt meestal een paar minuten en niet langer dan een half uur.
Kenmerkend voor een nachtangst is dat je kind kort nadat hij in slaap is gevallen gillend rechtop in zijn bed zit. Als je dan naar je kind toegaat, lijkt het alsof je kind wakker is. Maar hij ziet echter niets, herkent je niet en laat zich niet tot rust brengen. Soms kan je kindje je zelfs wegduwen.
Hoe lang duurt een night terror? In de nacht zelf duurt een night terror een paar minuten tot een half uur. Vaak komt het maar één keer in de nacht voor, slechts in enkele gevallen meerdere keren.
Nachtangst kan ontstaan vanaf de leeftijd van 18 maanden tot je kindje een jaar of 6 is. Maar meestal begint het rond de leeftijd van 3 jaar. Nachtangsten kunnen ontstaan als de overgang van de lichte slaapfase naar een wat diepere slaapfase niet helemaal soepel verloopt.
Als iemand last heeft van nachtangst, duurt dat meestal maar een paar seconden. Het helpt ook om het licht aan te doen, zodat de slaper helder kan zien als hij wakker wordt, daardoor niet verward raakt en kalm blijft. Nachtangst is op zichzelf niet gevaarlijk.”
Raak je kind tijdens een night terror dan ook liever niet aan en blijf op afstand zitten. Zo kun je hem wel in de gaten houden dat hij zich niet bezeert. Wat soms ook kan helpen, is de lamp op de gang aan te zetten. Na een nachtangst zal je kind vanzelf weer rustig in slaap vallen.
Een nachtmerrie kan zowel bij kinderen als bij volwassenen voorkomen. Bij kinderen komt het vooral veel voor bij kinderen tussen de leeftijd van 3 en 6 jaar. Zowel jongens als meisjes kunnen last hebben van een nachtmerrie, het lijkt vaker voor te komen bij meisjes dan bij jongens.
Er lijkt een erfelijke aanleg mee te spelen. Kinderen die aan nachtangst lijden hebben vaak een ouder die hier ook last van heeft gehad. De overgang naar de diepe slaap lijkt niet goed te verlopen bij mensen met nachtangst. Een onregelmatig slaappatroon en slaapgebrek kunnen van invloed zijn.
Slaapverlamming (slaapparalyse) treedt op tijdens de slaap: je bent enkele minuten wakker terwijl je niet kan bewegen, je ogen niet kan openen en niet kan spreken. Dit gaat regelmatig gepaard met hallucinaties, zoals het gevoel hebben dat iemand in de kamer is of dat iemand je bedreigt, terwijl je niets kan doen.
Nachtangsten duren vaak tussen de 5 en 25 minuten. Je kind is ontroostbaar tijdens een nachtangst. Zweten en een verhoogde hartslag zijn niet ongewoon tijdens een nachtangst. Nachtangsten komen voor tijdens NON-REM slaap (als je kind uit de diepe slaap komt).
Gemiddeld duurt die ongeveer 25 minuten, maar de variatie is erg groot: in de eerste slaapcyclus, dus aan het begin van de nacht, beslaat de remfase maar vijf tot tien minuten. Bij elke volgende cyclus dromen we langer. Aan het eind van de nacht kan een droom wel drie kwartier duren.
Huilen. Als je wakker wordt en het gevoel hebt dat je heel hard gehuild hebt in je droom, dan kan het goed zijn dat je tijdens je droom een uitbarsting hebt ervaren van je negatieve gevoelens. Deze gevoelens komen voort uit een situatie in het 'echte' leven.
Slaapangst is een combinatie van angst en slapeloosheid. Als je last hebt van slaapangst, wordt je overheerst door een paniekerig gevoel dat alleen al ontstaat door de gedachte aan slaap. Hoe dichterbij het moment van slapengaan, hoe meer druk je jezelf oplegt om te moeten slapen, en dan het liefst 8 uur per nacht.
Slaapregressie 4 maanden: omrollen. Slaapregressie 8 maanden: zitten en kruipen. Slaapregressie 12 maanden: beginnen met lopen. Slaapregressie 18 maanden: zelfstandig lopen.
Nachtangsten, ook wel pavor nocturnus of nachtelijke terreur genoemd, hebben een aantal typerende kenmerken: Komen meestal in begin van de nacht, zo'n 1-2 uur na bedtijd/ Je kind heeft ogen open, maar lijkt niet wakker. Je kind zit of staat rechtop in bed.
We spreken van een nachtmerriestoornis als iemand terugkerende nachtmerries heeft, wekelijks of vaker dan één keer per week, gedurende langere tijd. De helft van de nachtmerries die patiënten met PTSS hebben gaan over de trauma's die ze hebben meegemaakt. De andere helft van de nachtmerries heeft een andere inhoud.”
Angstaanvallen (pavor nocturnus): je gilt of schreeuwt in je slaap maar wordt niet echt wakker, net zoals bij slaapwandelen. Meestal slaap je daarna gewoon weer verder. Deze aanvallen komen ook vaak bij jonge kinderen voor.
Het grootste verschil tussen een nare droom en een nachtmerrie is dat je bij een nare droom meestal doorslaapt. Je weet waarschijnlijk nog het verhaal, thema of beelden als je wakker wordt, of soms later op de dag, maar deze vervelende dromen leveren over het algemeen minder angst op dan nachtmerries.
Mogelijke oorzaken zijn stress, spanning, medicijnen, koorts, zwangerschap of trauma … Het gevolg is dat je overdag moe bent. In sommige gevallen leiden nachtmerries zelfs tot chronische slapeloosheid.
Slaapstoornissen bij kinderen uiten zich in verschijnselen die lijken op ADHD, zoals druk gedrag en problemen met de concentratie. Maar ook zaken als geheugenverlies en problemen met het inschattingsvermogen komen voor. Verder blijven kinderen met een slaapstoornis vaak achter in de groei.
Oorzaak van praten in je slaap
Praten in je slaap kan worden veroorzaakt door stress, depressie, te kort aan slaap, alcohol en koorts. Het komt ook voor als bijverschijnsel van andere slaapstoornissen zoals, nachtelijke paniekaanvallen (slaap terreur), slaapapneu of narcolepsie.
In onze dromen zien we alleen gezichten die we al kennen
Dromen over iemand die je niet kent is onmogelijk. Ons brein vindt geen nieuwe gezichten uit. In onze dromen zien we echte gezichten van echte mensen - mensen die we gezien hebben in ons leven, maar die je misschien niet kent of herinnert.
'Iedere droom komt uit'
Helaas, in principe is een droom geen voorspelling voor de toekomst. Wel kunnen de mooie of leuke dingen uit je dromen jou op ideeën brengen, al zul je er zelf alles aan moeten doen om het uit te laten komen. Pas op dat je niet blindelings vertrouwt op je droom en het voor de realiteit aanziet.