Onder de conjunctiva ligt de sclera (het oogwit), ook wel harde oogrok genoemd. De conjunctiva en sclera zijn vrij stevig en beschermen het oog. Aan de voorkant bolt het oogwit iets naar buiten. Dit deel noemen we het hoornvlies (cornea).
Zie ook 'emmetroop oog'. De voorste en achterste oogkamer liggen tussen het hoornvlies en het regenboogvlies (voorste oogkamer) en achter het regenboogvlies waar de lens is opgehangen (achterste oogkamer). De kamers zijn gevuld met oogvocht of kamerwater.
Het regenboogvlies (iris) is het diafragma van het oog en ligt om de pupilopening heen. De pupil, het zwarte rondje midden in de gekleurde iris, is de opening van het diafragma. Het diafragma staat onder invloed van het licht: bij veel licht wordt de pupil kleiner en bij weinig licht groter.
Het oog is een waarnemingsorgaan (zintuig), dat visuele prikkels naar de hersenen stuurt, waar de informatie wordt omgezet in een visuele waarneming.
Oftalmologie betekent vrij vertaald "de wetenschap van de ogen". Als discipline is het ook op dierlijke ogen van toepassing.
Bij een enucleatie wordt het oog verwijderd maar blijven de oogspieren wel behouden. De operatie wordt onder narcose verricht. Het oog wordt verwijderd en er wordt een implantaat in de oogkas geplaatst waaraan de oogspieren weer worden vastgehecht.
Reacties. De eicel is de grootste cel van de mens. Zij meet 0,15 – 0,2 mm en is net met het blote oog zichtbaar.
Het menselijke oog kan ongeveer 160 kleurmengels waarnemen, samengesteld uit een mix van de 3 primaire kleuren: blauw, groen en rood. In het netvlies zitten blauwe, groene en rode kegels. In het centrum van het netvlies bevinden zich kegeltjes die de beelden opvangen.
Bij een hagelkorreltje raakt de uitgang van een talgklier in het ooglid verstopt. Dit kan komen door een propje ingedroogd huidsmeer (talg). Hierdoor kan de talg uit het kliertje niet meer naar buiten en hoopt zich op. Zo ontstaat er een bultje.
Het bovenooglid bedekt het hoornvlies ongeveer 2 mm aan de bovenzijde (of anders gezegd: de bovenste ooglidrand ligt ongeveer 4 mm boven het centrum van het hoornvlies). Indien het bovenooglid lager staat, spreken we vaneen (blepharo-)ptosis (laagstand van het bovenooglid).
Ook de oogwand bestaat uit drie lagen: een stevige buitenlaag: de harde oogrok; een middenlaag met veel bloedvaten en pigment: het vaatvlies; een binnenlaag met lichtgevoelige cellen: het netvlies.
Wimpers zijn de haren die in rijen op de oogleden groeien. Ze zijn zeer tastgevoelig. Wimpers zijn relatief dikke, stugge haren die in een enkele rij op zowel het bovenste als het onderste ooglid aanwezig zijn; die op het bovenste ooglid zijn echter aanmerkelijk langer en dikker.
De iris ligt in het voorste deel van het oog tussen het hoornvlies en de ooglens. Het wordt ook wel het regenboogvlies genoemd. Regenboogvlies is een mooie term voor de iris, omdat dit deel van het oog onze ogen kleur geeft. Dit kunnen verschillende tinten bruin, blauw, grijs of groen zijn.
Functie pupil
Ze bepalen de hoeveelheid licht die de ogen binnenkomt. In fel licht worden de pupillen kleiner. Er kan dan weinig licht het oog binnenvallen, waardoor we niet verblind raken. In het donker verwijdt de pupil zich en kan er zo veel mogelijk licht het oog binnenkomen.
In het oogwit kan plotseling een bloeduitstorting ontstaan. De bloeduitstorting zit direct onder het bindvlies van het oog. Het bindvlies (conjunctiva) is een dun laagje slijmvlies dat het oogwit bedekt. Het is eigenlijk hetzelfde als een bloeduitstorting onder de huid, een blauwe plek.
Wereldwijd is bruin de meest voorkomende oogkleur, gevolgd door blauw. Groen is het meest zeldzaam.
Door de kleuren uit de kleurencirkel met elkaar te mengen, kun je alle kleuren maken die er bestaan. Wit en zwart komen niet voor in deze cirkel.
Groene en hazel ogen zitten hier tussenin. Hazel ogen hebben van allerlei tinten in zich, waardoor ze niet echt blauw, grijs, groen of bruin te noemen zijn. Volgens wetenschappers is hazel een mix van bruin en groen of een mix van blauw en groen, afhankelijk van het licht (White en Rabago-Smith, 2011).
'Als een cel te dik is, kan het licht er niet doorheen. Dan zie je niets meer. ' Wetenschappers ontdekten dat sommige eiwitten licht geven, fluoresceren heet dat. Die eiwitten worden aan een sample gehangen, waarna de cellen wèl te zien zijn onder een microscoop.
Monoculair dieptezicht Ook met slechts één oog is het mogelijk diepte te zien. Dit komt doordat de hersenen ook leren afstanden in te schatten. Wanneer dingen zich verder weg bevinden zijn ze vaak kleiner, waziger en minder zichtbaar. Onze hersenen kunnen dit herkennen als 'ver weg'.
65 of 70 km zicht mogelijk. Meer is niet mogelijk vanwege de aardkromming. Boven vlak land is meestal 40 km het meest haalbare zicht. Zichten beneden 1000 m komen voor tijdens zware neerslag of in mistsituaties.
De zenuwen in je neus die signalen naar je hersenen sturen voor een niesreflex, liggen dichtbij de zenuwen die nodig zijn voor het dichtknijpen van je ogen. Beide reflexen zijn waarschijnlijk met elkaar verbonden en daarom knijp je automatisch je ogen dicht als je niest. Het kan trouwens wel, met open ogen niezen.
Je ogen uit je oogkassen niezen is onmogelijk
Sterker nog, het is onmogelijk om je ogen eruit te niezen. Je ogen zitten met oogspieren behoorlijk goed vast in je oogkassen. De ruimte in je neus is bovendien niet verbonden met iets achter je ogen of je oogkassen.
Soms is het toch nodig dat we het oog operatief verwijderen. Om uw uiterlijk zo natuurlijk mogelijk te houden wordt er in het oog dan een oogprothese (kunstoog) geplaatst. Soms plaatsen we ook een oogprothese bij een pijnlijk of minder mooi blind oog.