Hoe wordt de diagnose gesteld? Het belangrijkste is de beeldvorming. Er wordt een MRI -scan gemaakt, dan zie je dat de baarmoeder en een deel van vagina niet aanwezig zijn. Op een MRI is het wel moeilijk te zien hoe diep de vagina is.
Geen baarmoeder meer
Is je baarmoeder verwijderd en ben je nog niet in de overgang? Dan kun je niet meer zwanger worden. Het verwijderen van de baarmoeder heeft geen gevolgen voor je eicelvoorraad en je hormonen. Als je eierstokken nog werken, ben je nog wel vruchtbaar.
Is deze ziekte erfelijk? Meestal is een vrouw met MRKH syndroom de eerste en enige in de familie. Het MRKH syndroom lijkt in sommige families autosomaal dominant erfelijk te zijn, waarbij de kenmerken van vrouw tot vrouw kunnen verschillen. Maar meestal is niet bekend of en hoe de aandoening erfelijk is.
Met Mayer-Rokitansky-Küster syndroom (MRK syndroom) is een aangeboren aandoening welke alleen bij vrouwen voorkomt. Het MRK syndroom is niet erfelijk. Het MRK syndroom wordt gekenmerkt door afwezigheid van de vagina en de baarmoeder of de onvolledigheid hiervan. Soms is er een kuiltje op de plaats van de vagina.
Geboren worden met het MRKH-syndroom betekent dat je geboren bent zonder baarmoeder en vagina. Je ontwikkelt je als een normale vrouw, alleen inwendig ontbreekt er iets. Je uitwendige geslachtsdelen, de clitoris en de buitenste en binnenste schaamlippen, zijn aanwezig.
Wat is het syndroom van Swyer? ontwikkeld. Mensen met deze aandoening hebben geslachtschromosomen zoals mannen (namelijk XY), maar zien er uit als vrouwen (die de geslachtschromosomen XX hebben). Een kind met het syndroom van Swyer heeft zich al tijdens de zwangerschap ontwikkeld als meisje.
Na de operatie kan er op korte termijn sprake zijn van een wondinfectie of een bloeding (inwendig of uitwendig). Bij koorts en/of buikpijn vindt dan ook aanvullend onderzoek plaats door de zaalarts of gynaecoloog. Op de langere termijn kunnen er in de buik verklevingen (adhesies) ontstaan. Dit kan voor buikpijn zorgen.
Ook als de baarmoeder via de vagina of laparoscopisch verwijderd is, is de buik de eerste dagen pijnlijk. Langzamerhand wordt de pijn minder. Als u moet hoesten, niezen of lachen kunt u de buik het beste met uw handen ondersteunen; dat voorkomt pijn. Na een dag wordt een eventuele gaastampon verwijderd.
Het syndroom van Kallmann is een erfelijke aandoening waarbij sprake is van volledige of gedeeltelijk verlies van het reukvermogen. Bij patiënten met dit syndroom treedt verder geen puberteit op en zijn de geslachtsorganen onderontwikkeld. Het Kallmann-syndroom komt voornamelijk bij mannen voor.
Het syndroom van Turner is een aangeboren ziekte die alleen bij meisjes en vrouwen voorkomt. Bij het syndroom ontbreekt één van de twee vrouwelijke chromosomen (XX) helemaal of gedeeltelijk. In Nederland komt dit syndroom bij 1 op de 2500 meisjes voor.
De oorzaak van het syndroom van Turner is het geheel of gedeeltelijk ontbreken van een X-chromosoom. Aangezien cellen met enkel een Y-chromosoom niet levensvatbaar zijn, komt het syndroom niet voor bij mannen. Bovendien leidt het syndroom van Turner in 99% van de vrouwelijke foetussen tot een miskraam.
Zolang u nog bloedverlies heeft via de vagina mag u geen tampons gebruiken, niet baden, zwemmen of naar de sauna gaan. Dit in verband met hygiëne en risico op een infectie. Douchen mag wel. Wij adviseren pas na 2 weken na de operatie auto te gaan rijden en korte stukjes te fietsen.
Over het algemeen is het advies om de eerste 6 weken na de operatie geen gemeenschap (vrijen) te hebben, zodat het wondgebied goed kan genezen. Er is niets op tegen om al eerder seksueel opgewonden te raken of te masturberen. De eerste tijd na de operatie hebben de meeste vrouwen minder zin in vrijen.
Het verwijderen van de baarmoeder is een grote operatie. Daarom is het belangrijk rustig aan te doen. Tillen en dragen: Het is belangrijk om de eerste week na de operatie niet zwaarder dan 3 kg te tillen en te dragen.
Een normale baarmoeder is zo groot als een kleine peer en weegt 50 gram. De baarmoeder bestaat voornamelijk uit stevig spier- weefsel. Soms ontstaat plaatselijk verdikkingen in de baarmoeder- spier die vleesbomen (myomen) worden genoemd en aanleiding kunnen geven tot hevige en pijnlijke menstruaties.
Wat zijn vleesbomen? Vleesbomen zijn goedaardige knobbels, die meestal uitgaan van de baarmoederspier. Ze bestaan uit spier- en bindweefsel en voelen een beetje rubberachtig aan. Myomen kunnen een paar millimeter groot zijn, maar ook zelfs een paar kilo wegen.
Bij een extra X-chromosoom heeft (47XXY), spreken we van Klinefelter syndroom. Het teveel aan X-chromosomen ontstaat per toeval, door een extra X-chromosoom van vader of moeder. Deze aandoeningen komt voor bij ongeveer 1 op de 600 jongens, en is daarmee de meest voorkomende chromosoomaandoening.
In plaats van dat vader en moeder beide één chromosoom van ieder paar doorgeven, kan het gebeuren dat de chromosomenparen niet delen voor de bevruchting. Dan komt er een derde chromosoom bij de embryo terecht, in dit geval dus 2 Y chromosomen.
Soms wordt een baby geboren en is het niet mogelijk om direct het geslacht vast te stellen. Dit gebeurt ongeveer 30 tot 50 keer per jaar in Nederland. In sommige gevallen is het voor de geboorte bekend dat het kindje een onduidelijk geslacht heeft maar meestal is dit geheel onverwachts en voor ouders een grote schok.
Een non-binair persoon is iemand die zich niet thuis voelt in de binaire gendercategorieën man of vrouw en zich beter voelt bij een andere, niet-binaire, genderidentiteit. Dit uit zich soms in de genderexpressie, door mannelijke en vrouwelijke kenmerken te combineren of net te verwerpen.
Het syndroom van Marfan is een erfelijke aandoening waarbij je lichaam niet goed bindweefsel aanmaakt. Door het syndroom wordt het bindweefsel zwakker en kan het makkelijk kapot gaan. In het hart kan daardoor de aorta wijder worden of de hartklep gaan lekken.
Het Silver-Russell syndroom (SRS) is een zeldzame aangeboren aandoening met een genetische oorzaak. Kinderen met SRS lopen vaak al tijdens de zwangerschap een groeiachterstand op, die na de geboorte niet vanzelf bijtrekt. Hierdoor zijn ze kleiner en lichter dan kinderen zonder deze aandoening.