De vinylplaat speel je af door het plaatsen van de arm van de houder richting de vinylplaat. Wanneer de arm aan het einde van de plaat is dan houdt de platenspeler op met spelen en kun je de plaat vervangen of opnieuw afspelen.
Op 19 februari 1878 ontdekte Thomas Alva Edison de voorganger van de platenspeler. Het was de fonograaf. Met de fonograaf maakte Thomas het mogelijk om geluid op te nemen en het vervolgens weer af te spelen via een hoorn. De grammofoonplaat werd door Emile Berliner uitgevonden aan het begin van de 20e eeuw.
Een platenspeler – ook wel draaitafel, grammofoon of pick-up genoemd – is een apparaat om grammofoonplaten af te spelen. De eerste grammofoons bevatten een opwindmechanisme om de plaat te kunnen laten draaien en een hoorn om de trilling van de naald mechanisch te versterken.
Een eenvoudige platenspeler is vaak ingericht, dat deze aan- en uitgezet kan worden met de arm van de platenspeler. De draaitafel begint met draaien als de arm van de houder gehaald wordt en richting de grammofoonplaat gedrukt wordt. Aan het einde van een grammofoonplaat slaat de motor automatisch af.
Sommige platenspelers (vaak de wat oudere) zijn niet voorzien van een ingebouwde phono voorversterker. Je herkent deze platenspelers aan de ''phono'' uitgang. Wanneer je deze platenspelers aansluit op de lijningang van een moderne versterker of een set actieve speakers dan zullen je platen ronduit slecht klinken.
Een langspeelplaat of vinylplaat, vaak afgekort tot lp of elpee, is een grammofoonplaat met een microgroef, gemaakt van vinyl en met een diameter van 30 cm (12 inch) die ruimte biedt voor maximaal 30 minuten muziek.
De naald zit aan een pinnetje (cantilever) gemonteerd waarop een klein magneetje zit. Dit magneet beweegt van- en naar de twee spoeltjes die in het element zitten. In de spoeltjes wordt, door de beweging van het magneetje een heel kleine spanning gegenereerd. Vergelijk dit maar met een dynamo op een fiets.
De meeste 78 toerenplaten zijn gemaakt van schellak en vanaf eind jaren vijftig werden ze soms ook van vinyl gemaakt. Door het gebruik van betere materialen kon de snelheid worden verlaagd terwijl ook de groeven werden verkleind tot de zogenaamde microgroove, waarbij een kleinere naald nodig was.
De belangrijkste feiten in het kort. Platenspelers stellen je in staat analoge muziekmedia af te spelen, d.w.z. vinyl platen af te spelen of te digitaliseren. Er wordt een fundamenteel onderscheid gemaakt tussen handmatige, halfautomatische en volautomatische platenspelers.
Er zijn natuurlijk een aantal merken die destijds de kwaliteitsnorm hebben gezet. Merken als Thorens, Lenco, Dual, Technics en Denon zijn de meest bekende spelers. Daarnaast waren natuurlijk nog andere merken met goede spelers als Yamaha, Luxman of Telefunken.
Er waren ook minder succesvolle draagbare mediaspelers. In de jaren '90 van de vorige eeuw werd de Mini Disc geïntroduceerd. Dit werd door Sony gezien als dé opvolger van de cd.
Met een koolstofvezel borstel of antistatische doek haal je oppervlakkig stof al makkelijk weg, daarna kun je met speciale reinigingsvloeistof of een sopje van afwasmiddel en (gedistilleerd) water voorzichtig je platen afdoen. Let op: altijd met de richting van de groef mee!
Het element van de platenspeler leest de informatie van de plaat (de groeven in het vinyl) en zet de trillingen om in een signaal dat naar een versterker gestuurd wordt, die er samen met de luidsprekers muziek van maakt.
Een saffieren (stenen) naald heeft een verwachte levensduur van ongeveer 40 speeluren. Synthetische (geperste) diamant naalden hebben een levensduur van 250 tot wel 800 speeluren. Met de hardheid van de naald neemt ook de kwaliteit van de weergave toe. Diamanten naalden gaan niet alleen langer mee, ze klinken beter!
MC elementen klinken dankzij het lagere gewicht wat aan de cantilever is bevestigd echt beter dan MM elementen maar zijn een stuk duurder dan MM elementen. Om dit verschil goed te kunnen horen is een goede phono voorversterker met MC ingang nodig. Voor beiden kunt u bij ons terecht.
Een diamantnaald werkt ongeveer 1000 uur zonder merkbare verslechtering, als je de naald en je plaat tenminste schoon en stofvrij houdt, en als de toonarm goed is afgesteld. Dit betekent dat, als je één plaat per dag luistert, je de naald na ongeveer 3 jaar moet vervangen.
In Amerika heetten ze bootlegs, hier in Nederland werden ze witte platen genoemd: illegaal geperste elpees met vaak ook illegaal gemaakte opnames.
Een 10-inch wordt ook wel mini-lp genoemd. Dit is een plaat met een diameter van 10 inches. Een 12-inch is een plaat met een diameter van 12 inch en is net zo groot als een elpee. Een 12 inch wordt op 45 toeren afgespeeld.
Je LP/CD/MD blijft zolang goed als dat je mediummateriaal + afspeelapparatuur meegaat. Vinyl staat bekend om zijn lange materiaalvastheid. Bij normale opslag is het echt niet zo dat je platen na een 50 jaar krom getrokken zijn en verkruimelen als je ze beetpakt.
Line in en andere deknamen
Maar laat je niet verwarren: het zijn allemaal benamingen voor AUX-ingangen, met uitzondering van de phono-ingang. De namen zijn er alleen voor gedacht om het makkelijker te maken de apparaten op het corresponderende kanaal aan te sluiten.
Als je platenspeler een vaste RCA-kabel heeft, gebruik dan 3.5 mm naar 2 x RCA female (gaatjes). Een versterker of speaker met twee grote 6.3 mm jack-ingangen heeft een 2 x 6.3 mm naar 2 x RCA-kabel nodig. Heeft de platenspeler een vaste kabel, koop dan een 2 x 6.3 mm naar 2 x RCA female (gaatjes).
De AUX ingang is een veel gebruikte ingang op apparaten en staat ook wel bekend als auxiliary Input, wat letterlijk vertaald naar extra ingang. De auxiliary ingang is een universele analoge ingang die op veel audioapparatuur te vinden is, bijvoorbeeld in versterkers mengpanelen en auto radio's.