Hoe groot is een gemiddeld huis in Nederland? De grootte van een gemiddeld huis in Nederland is ongeveer 120 vierkante meter.
Landelijk komt het gemiddelde uit op 119 vierkante meter. Hoewel het aandeel kleine huizen rap stijgt, komen huizen tussen de 100 en 150 vierkante meter nog altijd het vaakst voor. 37 procent van alle woningen behoort tot die groep. Omgerekend zijn dat bijna drie van de ruim zeven miljoen huizen in ons land.
Huizen in Nederland hebben ook veel bewegingsruimte als het gaat om ruimte. Met een gemiddelde woninggrootte van 52 vierkante meter zijn Nederlandse huizen ruimer dan het Europese gemiddelde van 43 vierkante meter - en dat is nog afgezien van de grote omvang van een huis dat door de eigenaar wordt bewoond, dat gemiddeld 184 vierkante meter is.
Het oorspronkelijke bericht vindt u hier. Gemiddeld heeft een Nederlander 53 vierkante meter woonoppervlakte.
Het perceel eromheen is nog groter en het liefst wordt een villa omringd door groen zoals bomen, water of een heus landgoed. Hoe groot een gemiddeld vrijstaand huis is, is ook nergens vastgelegd, maar de meeste vrijstaande huizen hebben een woonoppervlak van 180 m2 of meer.
Veel mensen vragen zich dan ook af wat de grootte van een gemiddeld huis is. Dat is ongeveer 120 vierkante meter, en door de jaren heen zien we de gemiddelde omvang van huizen steeds verder afnemen.
Ja, dat is klein . Veel twee-slaapkamers zijn 90 vierkante meter. Huizen zijn belachelijk klein, om dat een drie-slaapkamer te noemen is belachelijk. Een gemiddelde drie-slaapkamer is 100 tot 110 meter, vaak tot 130 of 140 meter met gangen en overloop inbegrepen.
Als een profiel bestaat uit 'kleine' woningen geeft aan dat woningen kleiner zijn dan 100 m2, 'middelgrote' duidt woningen aan van 100 tot 150 m2 en bij 'groot' zijn woningen 150 m2 en groter.
Zo hebben alleenstaanden gemiddeld 87 m2 tot hun beschikking. Bij huishoudens met kinderen is dit ruim de helft minder (39 m2) en bij stellen zonder kinderen 63 m2. Bij alleenstaanden zijn er ook grote verschillen naar leeftijd.
De gemiddelde woonoppervlakte per Nederlander is met 53 vierkante meter veel lager dan jarenlang gedacht.
Een gemiddelde woning heeft de volgende ca.
650 M3. Vloeroppervlak gebruiksoppervlak (GBO): ca. 150 M2.
Het woonoppervlak per rijtjeshuisbewoner is groter dan ooit. Rijtjeswoningen die nu worden gebouwd zijn ongeveer 128 vier- kante meter groot en dat is bijna 30 vierkante meter meer dan in 1900. In deze grotere huizen wonen steeds minder mensen.
Begin 2024 waren er 8,4 miljoen particuliere huishoudens in Nederland, waarvan 3,3 miljoen eenpersoonshuishoudens. Gemiddeld wonen er 2,11 mensen in een Nederlands huishouden, in 1964 was de gemiddelde huishoudensgrootte nog 3,49.
Grote woningen zijn gedefinieerd als woningen die geschikt zijn om minimaal drie personen te huisvesten volgens de geldende bezettingsnormen. Deze normen bepalen hoeveel personen comfortabel en veilig in een woning kunnen leven, rekening houdend met de beschikbare ruimte en faciliteiten.
Sinds 1950 is er sprake van een constante daling in de gemiddelde perceeloppervlakte. Waar de gemiddelde perceelsoppervlakte in de jaren '50 nog 187,3m² was, is dit in 2010 tot en met 2019 nog gemiddeld 131,7m². De oppervlakte is daarmee tegenwoordig 29,7% kleiner.
De gemiddelde vloeroppervlakte van woningen, zonder ander gebruiksdoel als winkel of kantoor, bedraagt 120 vierkante meter. Eengezinswoningen zijn gemiddeld 1,6 keer zo groot als appartementen.
De hoeveelheid natuurlijk terrein per inwoner is van ruim 1700 m2 in 1900 gedaald naar slechts 294 m2 in 2017. In de laatste paar decennia bleef de oppervlakte natuurlijk terrein per inwoner nagenoeg constant.
Op 40 - 50 vierkante meter wonen is in grote steden heel gewoon en een klein appartementje of studiowoning kan je super mooi en ruimtebesparend inrichten. Denk bijvoorbeeld aan een kast op maat tot aan het plafond waarin je jouw kleding, serviesgoed, sportspulletjes en administratie netjes kan opbergen.
Uit recent onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat Nederlanders gemiddeld genomen een woonoppervlak van 53m² per persoon bewonen. Jongeren tussen de leeftijd van 15 tot en met 20 jaar starten gemiddeld op een woonoppervlakte van 56m².
De inkomensgrens daarvoor is € 52.671 (prijspeil 2024) voor meerpersoonshuishoudens. Deze grens is hoger dan voorgaande jaren, zodat meer gezinnen met een middeninkomen een sociale huurwoning van een woningcorporatie krijgen. De inkomensgrens voor eenpersoonshuishoudens is € 47.699 (prijspeil 2024).
Over het algemeen lijkt 600-800 vierkante meter (netto oppervlakte) voor één persoon ongeveer de juiste grootte voor veel mensen. Voor meer mensen zou iets in de buurt van nog eens 200 vierkante meter per persoon redelijk zijn.
“Voor een kleine woning voorzien wij een bewoonbare oppervlakte van 120 tot 150 m²”, vertelt Joeri. “Bouwen is tegenwoordig duurder, dus moeten de mensen besparen op oppervlakte. Toch willen ze met dit beperkt budget zoveel mogelijk ruimte creëren.
Die 65 vierkante meter woonruimte per persoon is natuurlijk een gemiddelde. Er zijn hele gezinnen die op 50 m2 wonen, maar ook alleenstaanden die een groot huis 'bezetten'.
Voor een gemiddeld gezin is ongeveer 38 vierkante meter een goede oppervlakte voor een woonkamer, verdeeld over 400-450 centimeter in de breedte en 850 centimeter in de lengte.