De "Big Crunch" neemt aan dat de dichtheid van het heelal hoog genoeg is om de uitdijing uiteindelijk, door de gezamenlijke zwaartekracht van alle materie, te doen stoppen en dat het heelal daarna ineen zal krimpen. Het uiteindelijke lot zal dan de totale ineenstorting van het heelal zijn. Het vlakke heelal.
Het begint 13,8 miljard jaar geleden met een enorme explosie. Na deze oerknal bestaat het universum volledig uit heet plasma . Het heelal zet uit en koelt daardoor af. Zo'n 380 duizend jaar na de oerknal is het heelal zo ver afgekoeld dat elektronen en protonen samen waterstof atomen kunnen vormen.
De mate waarin het heelal uitdijt, noemt men de Hubble-constante, en die bedraagt volgens de nieuwe berekeningen 73,2 km per seconde per megaparsec (3,26 miljoen lichtjaar). Dat is sneller dan het aanvankelijk berekende tempo, afgeleid van metingen van het universum kort na de Oerknal.
Zo'n 13.8 miljard geleden is niet alleen ons heelal, maar ook tijd, ontstaan uit de oerknal of het grote begin. In een flits spatte een meer dan duizelingwekkende hoeveelheid energie uiteen en vormde het universum.Slechts een fractie van dit universum werd omgezet tot wat wij materie noemen.
Voor zover onderzoekers nu weten is er geen einde aan het heelal. Er is dus geen rand waar de ruimte stopt. Sterker nog: het heelal blijft groeien.Sterren en planeten bewegen steeds verder van elkaar af.
Kort antwoord: Overal! Langer antwoord: In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, was de oerknal niet een explosie die op een bepaald punt in de lege ruimte plaatsvond.
De ruimte wordt gewoonlijk gezien als helemaal leeg. Maar dat is niet waar. De grote ruimtes tussen de sterren en planeten zijn gevuld met enorme hoeveelheden dun uitgespreid gas en stof. Zelfs de leegste delen van de ruimte bevatten nog ten minste een paar honderd atomen of moleculen per kubieke meter.
Op zeer kleine atomaire schaal kan materie uit niets ontstaan. Dit proces heet een Kwantumfluctuatie - Wikipedia waarbij deeltjes uit het niets ontstaan en zeer snel weer verdwijnen. Dit is een proces dat overal in het heelal plaatsvindt, zelfs in de lege ruimte. De deeltjes verdwijnen zo snel dat de ruimte leeg lijkt.
De oerknal is een theorie over het ontstaan van het heelal bijna 14 miljard jaar geleden vanuit een extreem volgepakte, hete klomp energie en materie. Tijdens de oerknal breidde die klomp zich met een onvoorstelbaar grote kracht en snelheid uit, waardoor ruimte, tijd en het heelal zoals we dat nu kennen werden gevormd.
De oerknal of big bang is de populaire benaming van de kosmologische theorie die op basis van de algemene relativiteitstheorie aannemelijk maakt dat 13,8 miljard jaar geleden het heelal ontstond uit een enorm heet punt (ca.1028 K), met een bijna oneindig grote dichtheid, ofwel een singulariteit.
De grens van het waarneembare heelal ligt dan dus op 50 miljard lichtjaar (een beetje meer, doordat het heelal intussen nog uitdijt). Die grens van 46 miljard lichtjaar om ons heen is dus de grens van het zichtbare heelal (niet de grens van het hele heelal).
Het einde van het heelal is het gebied – in alle richtingen – waar licht 13,8 miljard jaar geleden vertrok. Daar bevindt zich wat astronomen de waarneemhorizon noemen. 'Daar voorbij is niets. Geen tijd, geen ruimte, geen materie', zegt hij.
Met wat we nu weten ziet het er naar uit dat het heelal eeuwig expandeert. De temperatuur van het heelal daalt steeds verder tot het absolute nulpunt. Uiteindelijk gaat de laatste ster uit en is het laatste zwarte gat verdampt: het wordt donker. En de inhoud van het heelal verdunt steeds verder: het wordt leeg.
Het universum wordt kleiner en kleiner en steeds warmer. Uiteindelijk stort alle materie in zwarte gaten ineen, die vervolgens fuseren tot één gigantisch zwart gat of Big Crunch-singulariteit (een singulariteit is een punt met een bijna oneindig grote dichtheid).
Nee, het heelal is onbegrensd en waarschijnlijk zelfs oneindig uitgestrekt. Langer antwoord: De nieuwste sterrenkundige waarnemingen doen vermoeden dat het heelal oneindig uitgestrekt is. Dat betekent dat het zeker geen rand heeft.
De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop. Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen. En ineens ontplofte het.
Volgens de hedendaagse kennis is het zichtbare heelal opgebouwd uit grote groepen superclusters en clusters die, samen met slierten sterrenstelsels (filamenten), een draderig netwerk vormen waartussen zich enorme superholtes bevinden.
Dat is om eerlijk te zijn wel hard, maar niet zo hard als je bij de oerknal, waarbij ons heelal ontstond, zou verwachten. Een geluid van 120 dB is vergelijkbaar met het geluid in een voetbalstadion, als het Nederlands elftal scoort.
Op een bepaald moment is deze singulariteit begonnen met uitdijen en dat noemen wetenschappers de oerknal. De drijvende kracht achter de uitdijing van het heelal is donkere energie: een mysterieuze vacuümenergie die werkt als een soort anti-zwaartekracht.
Je kunt atomen vernietigen. Het is alleen niet iets dat je zonder heel specifieke apparatuur voor elkaar krijgt bij niet radio-actieve atomen die uit zichzelf vervallen. Specifieker, atomen kunnen niet vernietigd worden in chemische reactie, wat ze voor de chemie het belangrijk maakt.
Op grond van waarnemingen door de Planck Observatory wordt gedacht dat de totale hoeveelheid massa/energie van het heelal bestaat uit: 68% donkere energie. 27% donkere materie.
Atomen (Oudgrieks: ἄτομος, atomos‚ ondeelbaar) zijn de kleinste deeltjes waarin materie met scheikundige methoden opgedeeld kan worden. Een atoom is onvoorstelbaar klein; er gaan meer atomen in een glas water, dan glazen water in alle oceanen op aarde.
Nee, voor zover wij weten is er geen einde aan de ruimte. Het heelal is oneindig groot. Dat kun je je als volgt voorstellen. Verplaats jezelf in gedachten naar de verste plek die je kunt bedenken.
Vervolgens hebben we de dichtheid van ons heelal nodig: 8,64 miljardste van een miljardste van een miljardste (ofwel 8,64 maal 10^-27) kilogram per kubieke meter. Vermenigvuldigen we deze dichtheid met het eerdergenoemde volume, dan blijkt dat het waarneembare heelal 3,5 maal 10^54 kilogram 'weegt'.
Het ding is zo'n 500 miljoen lichtjaar groot en bevat zo'n honderdduizend sterrenstelsels. Met andere woorden: in de tijd die een lichtstraal erover doet om van de ene naar de nadere kant van dit supercluster te reizen, kan leven op aarde evolueren van 'de eerste plant op aarde' naar 'mens'.