Kokkels planten zich tegelijkertijd voort in mei: de mannelijke kokkels produceren zaad, de vrouwtjes eicellen die in het zeewater worden losgelaten en elkaar daar bevruchten, de bevruchte eicel voedt zich dan met algen, zinkt naar de bodem en groeit uit tot een nieuwe kokkel.
Kokkels kunnen ongeveer 10 jaar oud worden.
De kokkel is een soort van het getijdengebied en het ondiepe water. Hij leeft meestal ondiep ingegraven, zowel in zand- als slikbodems. Heel soms graven ze zich uit en gaan ze op stap door met hun voet sprongetjes te maken.
Eten en gegeten worden
Beide soorten kokkels zijn weinig kieskeurig in wat ze eten: als ze het maar uit het water kunnen filteren. Het kunnen kleine voedseldeeltjes zijn maar ook eencellige algen. De larven eten waarschijnlijk vooral algen. De kokkels worden op hun beurt weer gegeten door krabben, vissen en vogels.
Was de kokkels een paar keer in koud water en check of er open schelpjes tussen zitten. Tik er even op: gaan ze dicht, dan kunnen ze mee. Blijven ze open of zijn ze kapot, gooi ze dan weg.
Kokkels kunnen, net als mosselen, worden gestoomd, gekookt, gebakken en zelf levend rauw worden gegeten. Als u zelf kokkels gaat bereiden controleer dan eerst of ze allemaal vers zijn. Als de schelp iets open staat kunt u controleren of de kokkel nog leeft. Geef een tikje op de schelp.
De verse kokkels, ook wel hartschelp genoemd, hebben een heerlijke zomerse smaak. Helemaal in combinatie met een pasta, verse peterselie, witte wijn, parmezaan en citroensap. Kokkels zijn tweekleppige schelpdieren die in de bodem van zoute en brakke wateren leven.
Bewaren. Gekookte kokkels zijn bij een temperatuur van 0 tot 4 graden in de koelkast slechts enkele dagen houdbaar. De verse daarentegen zijn 7 tot 10 dagen vanaf de vangst houdbaar op een donkere plaats bij een temperatuur van maximaal 3 graden.
Kokkels komen in bijna alle zeeën voor en zijn de meest voorkomende schelpen in Noord-Europa. Kokkels zijn te eten als mosselen en ze zijn het hele jaar te verkrijgen. Ook kokkels moet je, zoals de meeste schelpen, dicht kopen. De mossel is een schelpdier welke voorkomt in de Nederlandse kustwateren.
Vongole / Venusschelpen
Vongole is Italiaans voor venusschelpen. Eigenlijk kunnen venusschelpen worden gezien als het Italiaanse broertje van de Nederlandse kokkels. Qua smaak is er nauwelijks verschil tussen de twee. Wel zijn venusschelpen wat groter, platter en gladder dan de geribbelde kokkels.
Voortplanting: Kokkels planten zich tegelijkertijd voort in mei: de mannelijke kokkels produceren zaad, de vrouwtjes eicellen die in het zeewater worden losgelaten en elkaar daar bevruchten, de bevruchte eicel voedt zich dan met algen, zinkt naar de bodem en groeit uit tot een nieuwe kokkel.
De kokkel wordt ook wel hartschelp genoemd en heeft een fraai gevormde dikke schelp met diepe ribbels en kan 6 cm groot worden. Aan de ringen op de schelp kun je zien hoe oud deze is.
Je komt langs de gehele Noordzeekust lege schelpen tegen, maar levende kokkels zijn vooral te vinden op de Wadden en in de Oosterschelde en Westerschelde. Bekende oogstplekken zijn de Oesterdam bij Tholen en aan de zuidzijde van Vlieland. Let op: oogst alleen kokkels met een minimale grootte van zo'n 3 cm.
Naast ratten staan zoetwatermosselen ook op het menu van een aantal vogelsoorten (bv. Blauwe Reiger en Zwarte Kraai). Ook Waterhoen en Meerkoet eten vaak mosselen, al gaat hun voorkeur vooral uit naar de kleinere driehoeksmosselen.
Elk weekdier heeft kalkklieren, die zitten in een dun vliesje om het diertje heen. Met deze klieren maakt het diertje kalk en zo ontstaat de schelp. Hoe meer het weekdier groeit, hoe groter hij zijn huisje bouwt! Als het diertje dood gaat blijft zijn schelp bestaan en die vind jij dan weer op het strand!
Schelpkenmerken. De mossel heeft een langwerpig asymmetrisch driehoekige, betrekkelijk dunschalige maar stevige schelp. Er is een zeer onopvallend slot, bestaande uit enkele zeer kleine tandjes.
Mosselen kunnen rauw, gekookt, gebakken of gefrituurd gegeten worden. Kook ze niet te lang, ongeveer 10 minuten, anders worden ze taai en donkerbruin.
Garnalen worden levend in kokend water gegooid. Als er niet te veel garnalen tegelijk in het water worden gedaan, is het levend koken van garnalen waarschijnlijk niet een zeer dieronvriendelijke methode. Het water koelt dan namelijk ook niet veel af, zodat ze snel dood zijn.
Vongolen kunnen het hele jaar door worden gegeten, maar het verschilt wel per seizoen hoe lekker de vongole smaakt. Vongolen zijn minder lekker als ze in de zomermaanden juli en augustus worden gevangen. Dit heeft o.a. te maken met de temperatuur van het water. Vongolen smaken beter als ze uit koud water komen.
De venusschelp bevat stevig vlees en heeft een fijne en fruitige smaak. Jammer genoeg worden de schelpen wel steeds zeldzamer en worden ze vaak vervangen door varianten die magerder en minder fijn van smaak zijn.
De venusschelp leeft in zandbodems en komt voor beneden de laagwaterlijn en is tot op 400 m diepte waargenomen. De soort bevindt zich echter meestal op een diepte van ongeveer 30 tot 60 meter. Het zijn filteraars die leven van in het water zwevend voedsel.
Bak de knoflook en citroenschijfjes 30 seconden, zet het vuur hoog, voeg de bruine venusschelpen toe en doe het deksel op de pan. Kook 2 tot 3 minuten tot de venusschelpen allemaal open zijn, schud de pan af en toe heen en weer (gooi de venusschelpen die niet opengaan weg).
Lekker als voorgerecht, in pasta's of op een zeevruchtenschotel. Meestal worden ze gekookt of gestoomd, maar ook gewokt of gegrild smaken ze heerlijk.
Weekdieren zijn ongewervelde dieren. Zoals de naam al zegt, zijn weekdieren week, een beetje blubberig. Slakken, schelpdieren en inktvissen horen bij de weekdieren. Bescherming Weekdieren komen zowel in zee voor als op het land.