In de ene bacterie wordt een stuk DNA gekopieerd en dit wordt getransporteerd naar de andere bacterie. Op deze wijze wordt bijvoorbeeld een bepaald gen dat codeert voor resistentie tegen antibiotica doorgegeven. - Bij transductie vindt er overdracht van DNA plaats met behulp van bacteriofagen.
Transformatie is een mutatie (genetische verandering) van een cel door opname van een vreemd stukje genetisch materiaal (DNA of RNA). In het laboratorium wordt transformatie vaak toegepast om DNA-moleculen in bacteriën te introduceren met als doel deze bacteriën een bepaald eiwit te laten produceren.
Genetische transductie is het overdragen van genen, door virussen, van de ene naar de andere bacterie zonder direct contact tussen de bacteriën zelf. Transductie is naast transformatie en conjugatie een van de drie mogelijke manieren van genetische uitwisseling tussen bacteriën.
Transductie is het proces waarbij een virus genetisch materiaal van de ene bacterie naar de andere overdraagt . Virussen die bacteriofagen worden genoemd, kunnen bacteriële cellen infecteren en deze als gastheer gebruiken om meer virussen te maken.
Transcriptie. Dit is het proces waarbij DNA wordt aflezen en hierdoor een complementaire RNA-kopie wordt gemaakt. Translatie. Dit is het proces waarbij RNA wordt afgelezen en hierdoor eiwit wordt gemaakt.
Wat zijn bacteriën? Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder celkern. Hierdoor behoren bacteriën dus tot de prokaryoten. Het DNA van een bacterie ligt los in het cytoplasma en bestaat uit één groot DNA-molecuul met daarnaast kleinere DNA-moleculen, die plasmiden worden genoemd.
verticale genoverdracht - wanneer genen worden overgedragen van generatie op generatie, d.w.z. van ouder op nageslacht als gevolg van seksuele of ongeslachtelijke voortplanting. horizontale genoverdracht - wanneer genen worden overgedragen van een individu naar anderen in dezelfde generatie. Dit gebeurt niet door voortplanting.
De horizontale dimensie beschrijft het aantal deeltaken dat het betreffende individu uitvoert. Hoe kleiner dit aantal, des te hoger de horizontale taakspecialisatie. De verticale dimensie beschrijft de mate van zeggenschap die het betreffende individu over een deeltaak heeft.
Transformatie wordt gedefinieerd als de opname van vreemd DNA als enkele strengen en de daaropvolgende integratie in het bacteriële chromosoom door homologe recombinatie . De mechanismen van opname en integratie, die grotendeels behouden zijn tussen soorten, worden benadrukt en hun behoud wordt onderzocht.
Wat is het verschil tussen veranderen en transformeren
Een verandering kun je plannen, uitrollen en implementeren.Bij een transformatie kan dat niet. Systemen, processen en structuren laten zich veranderen, mensen niet.
Horizontale genoverdracht of laterale genoverdracht (Engels: horizontal/lateral gene transfer of afgekort HGT/LGT) is een proces waarbij genetisch materiaal tussen twee organismen wordt uitgewisseld (genetische uitwisseling), zonder dat daarbij, zoals meestal het geval is, genetisch materiaal of DNA wordt doorgegeven ...
CRISPR-Cas is een moderne techniek waarmee wetenschappers DNA van levende wezens nauwkeurig kunnen aanpassen, en zo bijvoorbeeld landbouwgewassen resistent kunnen maken tegen ziektes. Het CRISPR-Cas-systeem werkt op microscopisch niveau: met een soort sjabloon spoort het een specifiek stukje DNA op in een cel.
Bacteriële recombinatie is een type genetische recombinatie in bacteriën dat wordt gekenmerkt door DNA-overdracht van het ene organisme, donor genoemd, naar het andere organisme, ontvanger . Dit proces vindt op drie manieren plaats: Transformatie, de opname van exogeen DNA uit de omgeving.
Bij conjugatie ontstaat er een tijdelijke verbinding tussen twee bacteriën, een conjugatieve pilus. Daarna wordt er in één van de twee bacteriën, de donor, een stuk DNA gekopieerd; dit wordt getransporteerd naar de andere bacterie, de acceptor, waarna de verbinding wordt verbroken.
Daarom speelt de overdracht van genen die resistentie tegen antibiotica veroorzaken (ARG's) via verticale transmissie en ook via horizontale genoverdracht (HGT) een belangrijke rol in de wijdverbreide verspreiding van antibioticaresistentie onder bacteriële populaties [7].
Indirecte transmissie
Overdracht van de besmettelijke persoon naar andere personen vindt plaats via onder meer voedsel, water, voorwerpen/oppervlakken of zwevende partikels in de lucht (aerosolen), veelal over een langere tijdspanne en/of afstand (aerogene transmissie).
' Horizontale ziekteoverdracht houdt in dat ziekteverwekkers worden verspreid naar andere leden van dezelfde of andere soorten via niet-erfelijke middelen . Bijvoorbeeld, de longpest wordt horizontaal verspreid wanneer u niest en een ander persoon de aerosolvormige bacteriedeeltjes inademt die tijdens het niezen zelf worden uitgestoten.
Het genetische materiaal van bacteriën en plasmiden is DNA . Bacteriële virussen (bacteriofagen of fagen) hebben DNA of RNA als genetisch materiaal.
Het RNA is enkelstrengs, terwijl het DNA dubbelstrengs is. Verder heeft het RNA de suikergroep ribose en het DNA de suikergroep desoxyribose. Het RNA heeft de stikstofbasen uracil in plaats van thymine. Door een nét wat andere structuur te gebruiken, kan de cel makkelijker onderscheid maken tussen het DNA en het RNA.
Penicilline-antibiotica doden vele soorten bacteriën en hebben een goede opname in het lichaam. Ze remmen een eiwit dat een belangrijk is bij de bacteriegroei waardoor de bacterie doodgaat. Een aantal penicilline-antibiotica heeft een specifieke werking tegen bepaalde soorten ziekteverwekkers.
Tijdens de transcriptie wordt de volgorde van nucleotiden in het DNA afgelezen door een enzym genaamd RNA-polymerase. Dit enzym produceert dan een enkelstrengse, complementaire RNA-keten. Deze RNA-keten is een kopie van een stuk DNA en wordt dan ook het RNA-transcript genoemd.
Polypeptidesynthese is de biologische productie van peptiden , organische verbindingen waarin meerdere aminozuren via peptidebindingen aan elkaar zijn gekoppeld. Ze zijn de bouwstenen van eiwitten, die essentieel zijn voor de celfunctie.
Tijdens het splicingproces worden de intronen uit het pre-mRNA verwijderd en de exonen aan elkaar gelijmd om het volwassen mRNA te vormen. Bij alternatieve splicing kunnen verschillende combinaties van exonen worden samengevoegd, wat resulteert in verschillende mRNA-moleculen die van hetzelfde gen afkomstig zijn.