Wanneer een kind een grote mond geeft dan mag je dit nooit negeren of accepteren. Ook al zegt hij of zij misschien iets uit boosheid of onmacht; je moet laten weten dat je het gedrag niet accepteert. Jij bepaalt als volwassene wat de grens is en dit moet je duidelijk en zo emotieloos mogelijk aangeven.
Ruimte geven is dus oké, maar grenzen aangeven is ook nodig. Alleen al om je kind een gevoel van veiligheid te geven en daarnaast uit zelfrespect. Door duidelijke grenzen te stellen leer je kinderen omgaan met waarden en normen van anderen en die van zichzelf.
Als je kind brutaal is of opstandig doet, blijf dan rustig. Je stem verheffen of schreeuwen helpt niet. Als je je kind zijn zin geeft, beloon je het gedrag en gaat je kind het vaker doen. Als je kind is afgekoeld, is het belangrijk dat je met je kind over het gedrag praat.
Jouw puber gaat op zoek naar wie hij/zij zelf is en wat hij/zij belangrijk vindt. Jouw puber is bezig om zijn eigen identiteit te vormen. Het kan in deze overgangsfase van kind naar jong volwassene voorkomen dat jouw puber minder respect voor je toont. Veel pubers gedragen zich af en toe grof, onbeleefd of passief.
Het ene kind vertoont misschien meer dwars gedrag dan het andere kind. Het is een normaal verschijnsel en hoort bij het opgroeien. Sommige kinderen ontdekken hun eigen wil en zitten midden in een identiteitsontwikkeling. Andere kinderen nemen niet zonder meer aan wat volwassenen tegen hen zeggen.
Voor kinderen van 11 tot 12 jaar is dit tussen 20.30 uur en 21.00 uur. "Maar tussen klasgenootjes onderling zitten soms grote verschillen. Een belangrijke vraag voor oudere kinderen is bijvoorbeeld wie The Voice of Wie Is De Mol mag afkijken", zegt Hilde Tholen, hoofdredacteur van tijdschrift Ouders van Nu.
Je puber van 12 jaar spiegelt zich aan zijn leeftijdsgenoten, kleedt en gedraagt zich net zoals zij. Ook vindt hij hun normen en waarden en gewoontes steeds belangrijker. Er verandert zo veel in zijn leven, met zijn lichaam, in de omgang met vrienden enzovoorts, dat dit emotioneel voor een instabiele tijd kan zorgen.
Zo is één uur voor de meeste veertien- en vijftienjarigen een heel acceptabele tijd en gaan oudere tieners minstens tot twee á drie uur uit (zie tabel). Die tijd wordt doorgaans (47 procent) in overleg met het kind vastgesteld volgens de 'schippermethode': onderhandelen en een beetje water bij de wijn doen.
Straffen werkt zelden omdat het een kind geen alternatief gedrag leert. Een straf geeft uw kind geen zicht op wat u van hem verwacht. Kinderen met autisme zullen niet altijd een verband leggen tussen hun gedrag en de straf of een opmerking.
Valt collega's niet af en zeker niet tegenover anderen of in het openbaar maar spreekt eigen gevoelens direct uit naar de collega die het betreft. Gaat op grond van gelijkwaardigheid om met anderen. Komt afspraken na. Houdt rekening met collega's.
Omhoog en naar rechts kijken is een teken van verveling. Pupillen worden groter als iemand geïnteresseerd is, maar meestal worden ze juist kleiner als iemand verveeld raakt. Het ontwijken van oogcontact betekent meestal dat iemand iets voor je verborgen houdt, dat hij/zij je niet vertrouwd of bang voor je is.
Dagelijks schreeuwen tegen je kind levert volgens onderzoekers namelijk angstige kinderen op, die bovendien vaak gaan liegen. "Het gevolg van een schreeuwen is dat kinderen alles gaan doen voor de goedkeuring van de ouder, om te checken of je nog wel van ze houdt."