Hartfalen is niet te genezen. Bij hartfalen is het moeilijk te voorspellen hoe uw ziekte zal verlopen. De meeste mensen krijgen langzaam steeds meer klachten. Soms kunnen de klachten een tijdje veel erger worden en dan weer minder.
Het ziektebeloop bij hartfalen is grillig en gaat gepaard met exacerbaties. Plotse hartdood en progressief hartfalen zijn belangrijke doodsoorzaken. In tegenstelling tot kanker ontbreekt bij hartfalen veelal een laatste fase met bedlegerigheid. Tot het laatst is tegen hartfalen gerichte medicatie nodig.
Van de personen met een lichte vorm van chronisch hartfalen leeft ongeveer de helft nog minimaal 10 jaar. De helft van de patiënten met ernstig chronisch hartfalen of acuut hartfalen heeft een levensverwachting van minder dan 2 jaar.
Hartfalen is een ernstige chronische aandoening die in de loop der tijd vaak verergert. Uiteindelijk kan het uw levensduur verkorten. De progressie van hartfalen is onvoorspelbaar en varieert van persoon tot persoon. In veel gevallen blijven de symptomen vrij lang (maanden of jaren) stabiel voordat deze verergeren.
Gezonde leefstijl belangrijk
Door gezond te leven vergroot je de kans op succes van de behandeling. Rook niet, beweeg voldoende, eet gezond en leer goed omgaan met spanningen. Bij hartfalen krijg je vaak ook het advies om minder vocht en zout per dag te gebruiken. Hierdoor hoeft je hart minder hard te werken.
' Het probleem is dat hartfalen een erg onvoorspelbaar beloop kan hebben. Veel mensen overlijden dus binnen een jaar, maar Van Pol heeft ook patiënten die al 20 jaar op de poli komen.
De levensverwachting van een patiënt met hartfalen is beperkt. Na de diagnose is de kans op overleving na vijf jaar veertig tot zestig procent. De fysieke beperkingen en de na te leven leefregels vragen om een zorgaanbod dat multidisciplinair van aard is.
Bij ernstig hartfalen kan uw hart al bij heel weinig inspanning niet meer zorgen voor genoeg zuurstof en voeding. De bloedvaten raken vol. Er kan vocht uit lekken. Dit gebeurt vooral naar de longen, buik, benen en enkels.
Door de verzwakte pompkracht van het hart hoopt zich vocht op in longen, buik, benen of enkels. Deze medicijnen bevorderen de afvoer van vocht door als het ware een kraantje open te zetten in de nieren. Bloeddrukverlagende bètablokkers vertragen de hartslag, waardoor het hart zich makkelijker met bloed kan vullen.
Bij hartfalen pompt uw hart minder goed. Uw bloed wordt minder goed door uw lichaam gepompt. De organen en spieren in uw lichaam krijgen daardoor minder bloed. En dus ook minder zuurstof en minder voeding uit het bloed.
pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen. kortademigheid. misselijkheid en duizeligheid. onrustig gevoel, angst en snelle ademhaling.
Eet ook geen snacks en kant-en-klare maaltijden met veel zout, zoals soep, pizza en chips. Kijk bij het Voedingscentrum hoe u minder zout kunt eten. Let op: gebruik geen zout-vervangers waar kalium in zit, zoals kaliumzout. Kaliumzout kan gevaarlijk zijn als u medicijnen tegen hartfalen gebruikt.
Indien de linker harthelft onvoldoende pompt, raken de bloedvaten van de longen overvol waardoor stuwing en vochtophoping ontstaan en kortademigheid en kriebelhoest kunnen optreden. Het plots optreden van felle benauwdheid wijst op een ernstige achteruitgang van de toestand ( 'longoedeem' of 'water op de longen' ).
Signalen en symptomen van plotselinge hartstilstand. Het eerste en vaak enige symptoom van plotselinge hartstilstand is bewustzijnsverlies (flauwvallen) als gevolg van een tekort van bloed naar de hersenen. Op dat moment is er ook geen hart- of polsslag te voelen.
Plotselinge dood kan ineens en onverwacht toeslaan, niet zelden op jeugdige leeftijd. Voor alle betrokkenen is het een dramatisch voorval. Plotselinge dood is bijna synoniem aan plotselinge hartdood. Een Maastrichtse studie schat dat per jaar 1 op de 1.000 Nederlanders tussen de 20 en 75 jaar plotseling overlijdt.
1 jaar na de hartstilstand heeft ongeveer de helft nog last van vermoeidheidsklachten en ongeveer 30% heeft emotionele problemen. veel mensen kunnen na verloop van tijd hun werk weer hervatten. 1 jaar later is ruim 70% weer aan het werk, waarvan een deel wel minder uren werkt.
Bij ontstekingsprocessen zullen weefselontstekingsmediatoren (histamine) de capillairen meer doorlaatbaar maken, waardoor vocht zal uittreden uit de bloedbaan. Bij een verhoogde veneuze druk zal de capillaire druk toenemen, waardoor de capillaire doorlaatbaarheid toeneemt en oedeem in de benen ontstaat.
Bij hartfalen kan het hart niet veel vocht verwerken. Dat komt door de slechte pompkracht van het hart. Bij de behandeling van hartfalen proberen we het overtollige vocht uit uw lichaam te laten verdwijnen. En daardoor het hart minder te belasten.
Beperk het gebruik van schaal- en schelpdieren uit zee, zoals garnalen en mosselen. Deze bevatten van nature veel zout. Beperk het eten van haring. Met één zoute haring krijgt u al de helft van de hoeveelheid zout binnen die u per dag mag gebruiken.
Hartfalen is in te delen in 4 klassen (of niveaus). Klasse 1 In rust weinig of geen klachten. Klasse 2 In rust weinig of geen klachten, maar wel bij normale inspanning. Klasse 3 In rust weinig of geen klachten.
Chronisch hartfalen komt vaak voor. Symptomen verschijnen langzaam in de loop der tijd en worden geleidelijk erger. Als symptomen, zoals kortademigheid, in een korte tijdsperiode erger worden bij een patiënt met chronisch hartfalen, dan noemen we dit een episode van acute decompensatie.
Vergevorderd hartfalen
Hartfalen is helaas een progressieve ziekte, dat wil zeggen, de ziekte kan in de loop der tijd, zelfs bij inname van de aanbevolen medicijnen, erger worden. De ziekte is bij ca. 10% van de mensen die aan hartfalen lijden, al vergevorderd.
Een koude neus, reutelen en troebele ogen. Het zijn enkele symptomen die bij mensen die terminaal ziek zijn, wijzen op een naderende dood. Iemand die gaat sterven na een ziekbed, voelt zich steeds zwakker worden en heeft het gevoel dat alle kracht uit het lichaam wegvloeit. Dat kan iemand angstig of onrustig maken.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.