Een erfdienstbaarheid kan op de volgende manieren eindigen of wijzigen. Door opheffing of wijziging door de rechter.Door afstand.Door vermenging.
Erfdienstbaarheden kunnen voor een bepaalde tijd worden gevestigd: na het aflopen van deze periode vervalt het recht van het dienende erf. Toch worden erfdienstbaarheden meestal voor onbepaalde tijd gevestigd. Dat houdt in dat ze blijven doorlopen totdat ze worden opgeheven of er afstand van het recht wordt gedaan.
Verkrijgende verjaring
Een erfdienstbaarheid kan naast vestiging ook door verjaring ontstaan. Iemand die een erfdienstbaarheid bezit, te goeder trouw, verkrijgt de erfdienstbaarheid door verkrijgende verjaring na een onafgebroken periode van 10 jaar. Daarvoor geldt dat sprake moet zijn van bezit, en van goede trouw.
Als het recht van overpad onmogelijk is geworden of als de gebruiker ervan geen redelijk belang meer heeft bij de uitoefening kan het recht van overpad worden opgeheven. Bij de beoordeling hiervan gaat de rechter uit van de belangen van de eigenaar van het heersende erf, degene die de grond gebruikt.
De titularis van een erfdienstbaarheid – die de eigenaar is van "het heersende erf" – mag alle onderhoudswerkzaamheden en bouwwerken uitvoeren die nodig zijn voor de uitoefening van de erfdienstbaarheid en voor het behoud ervan.
Wie betaalt erfdienstbaarheid? In de akte van vestiging van een erfdienstbaarheid kan aan de eigenaar van het heersende erf de verplichting worden opgelegd aan de eigenaar van het dienende erf op al dan niet regelmatig terugkerende tijdstippen een geldsom - de retributie - te betalen.
Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak ten behoeve van een andere onroerende zaak is bezwaard. Een veel voorkomend voorbeeld is het recht van overpad, inhoudende het recht om te voet, te fiets of met de auto over het perceel van de buren te komen en te gaan.
Een erfdienstbaarheid kan op de volgende manieren eindigen of wijzigen. Door opheffing of wijziging door de rechter. Door afstand. Door vermenging.
Aangezien onder 'oud recht' een recht van overpad niet door verjaring kon ontstaan, brengt dat met zich dat per 1 januari 2012 een gebruik van een overpad gedurende 20 jaar voor de gebruiker een recht oplevert. Een recht van overpad dat in rechte kan worden afgedwongen.
U moet een recht van overpad geven
U moet uw buren toegang geven tot hun eigen grond. Een hek plaatsen om de weg af te sluiten mag niet, tenzij dit nodig is. Dan geeft u de buren een sleutel. Uw buren moeten het pad zo gebruiken dat u er zo weinig mogelijk last van heeft.
Een bezitter te goeder trouw verkrijgt een onroerende zaak (of erfdienstbaarheid) door een onafgebroken bezit van tien jaren. Een bezitter is te goeder trouw wanneer hij zich redelijkerwijs als rechthebbende mocht beschouwen.
Een erfdienstbaarheid is een last die op een erf (lijdend of dienend erf) gelegd wordt tot nut en gebruik van een erf dat aan een andere eigenaar toebehoort (heersend erf). Voorbeelden van erfdienstbaarheden: recht van uitweg, doorgangsweg of recht van overgang.
Een erfdienstbaarheid is een afhankelijk recht, want het is gekoppeld aan de eigendom van het heersende erf. Enkele voorbeelden van erfdienstbaarheden zijn het recht van overpad, waterloop en inbalking.
De melkveehouder gebruikte het recht van overpad enkele keren per jaar voor het omweiden van koeien en om met materieel op zijn eigen achterliggende perceel te komen voor onderhoud.
In beginsel kan een erfdienstbaarheid slechts een verplichting voor het dienende erf inhouden om iets ten laste van het heersende te dulden of niet te doen. Een actieve verplichting voor het dienende erf moet op een andere manier geregeld worden. Dat kan bijvoorbeeld met een zogenaamde kettingbeding.
U kunt laten onderzoeken welke erfdienstbaarheden zijn vastgelegd in de bij het Kadaster ingeschreven akten voor een bepaald perceel.
Conclusie. De les voor de praktijk is dan ook dat een pad met een minimumbreedte van 95 centimeter voldoende is voor een erfdienstbaarheid van voetpad, mits dit de normale uitoefening van de erfdienstbaarheid niet in de weg staat.
Als u het recht van overpad heeft, dan betekent dit dat u het erf van uw buren mag gebruiken om bij uw erf te komen. Bijvoorbeeld omdat uw woning, tuin of garage alleen via een pad, poort, oprit of steegje van de buren te bereiken is.
Een erfdienstbaarheid is een beperkt zakelijk recht waarmee de eigendom vande eigenaar van het dienend erf mee is bezwaard.
Het recht van overpad en onderhoud van het pad
Bent u de eigenaar van het dienende erf, dan mag u van de eigenaar van het heersende erf verwachten dat deze bijdraagt aan onderhoud van het pad. U mag daarvoor een periodieke vergoeding vragen, mits dit notarieel is vastgelegd.
De buren die over hun grond een uitweg moeten verlenen, kunnen daarvoor een schadevergoeding krijgen (art. 682, §1 BW). De vordering tot schadevergoeding is wel vatbaar voor verjaring, en verjaart na 30 jaar (art. 685 juncto 2262 BW).
Erfdienstbaarheden zijn in principe eeuwigdurend en gaan niet teniet door verloop van tijd, behalve wanneer uitdrukkelijk een tijdsbeperking in de titel is opgenomen. Ook door verkoop gaat de erfdienstbaarheid dus niet teniet. De wetgever heeft evenwel een aantal specifieke beëindigingsgronden voorzien.
Bij een erfdienstbaarheid van weg/overpad is veelal opgenomen dat de erfdienstbaarheid inhoudt een recht om te komen en te gaan naar bijvoorbeeld de openbare weg. Oftewel de eigenaar van het dienend erf moet het gebruik van zijn pad ten behoeve van de eigenaar van het heersend dulden.
Een erfdienstbaarheid is het recht om gebruik te maken van een stuk grond (perceel), ook al bent u niet zelf de eigenaar. Voorbeelden zijn: Recht van overpad. Recht op uitzicht.