Ook mag het bad niet diep zijn, een paar centimeter is voldoende. Het meest ideaal is een poel van het type karrespoor. Daarmee is een traditionele tuinvijvertje met visjes eigenlijk het minst ideaal, althans als vogelbad.
Vogels zijn erg kwetsbaar voor roofdieren wanneer ze lekker aan het spetteren zijn in het water. Daarom kunt u vogelbaden het beste minimaal twee meter van de omringende beplanting plaatsen. Zo hebben de vogels een open blikveld en kunnen toch snel naar een beschutte plek om te schuilen voor gevaar.
De vogels moet snel weg kunnen vliegen als ze dat willen. Leg als het nodig is kleine stenen en kiezels op de bodem. Vul de bak met een laagje water. Niet te veel, het water moet ondiep zijn.
Insectenetende vogels krijgen water binnen via hun sappige prooien. En ook roofvogels en uilen halen hun vocht uit het vlees van hun slachtoffers. Niettemin moeten alle vogels nu en dan water drinken, bij warm weer soms zelfs enkele malen per dag. De meeste tuinvogels gebruiken een of twee drinkmethoden.
5 tips om vogels te voederen
Na een lange, koude nacht hebben vogels behoefte aan een stevig ontbijt en tegen de avond eten ze hun buikje rond om de nacht door te komen. Strooi niet te veel, dat kan muizen en ratten aantrekken. Geef geen voedsel waarin zout is verwerkt of kaas of brood.
Geen (oud) brood!
In brood zit zout en dat zout is niet goed voor vogels. Soms zit op het brood boter/margarine. Daar krijgen watervogels diarree van en de olie die in het brood zit komt in het verenkleed te zitten. Brood dat blijft liggen gaat bovendien schimmelen en trekt dieren zoals ratten aan.
Een goed vogelbad staat daarom op een hoogte van minimaal 1 meter. Op deze manier kunnen katten en andere roofdieren er niet direct bij. Om te voorkomen dat roofdieren op de loer liggen moet het vogelbad minimaal 2 meter van de beplanting staan. Zo kunnen roofdieren niet vanuit de beplanting de vogels besluipen.
Badderen is namelijk absoluut onmisbaar voor vogels en niet alleen om te drinken of af te koelen. Ze maken hun veren namelijk ook schoon met water en vetten ze daarna in. Dat vet is afkomstig van hun stuitklier – net boven de staart – en lijkt gemakkelijker te verspreiden over natte veren.
Belangrijk: een veilige plek
En zet de schaal het liefst in de buurt van een struik, pol bloemen of laag boompje, zodat de vogels kunnen vluchten bij gevaar. Ze zijn namelijk extra kwetsbaar als ze nat zijn, omdat ze dan niet snel kunnen opvliegen.
Vogels hebben ook behoefte aan water. Niet alleen om te drinken, maar ook om in te badderen. Zet daarom een schaal met water neer en ververs dit dagelijks. Geef - met name in de winter - geen warm water.
Ik zou wat verschillende dingen proberen, maar als ze er niet van houden is het niet anders. Hou er wel rekening mee dat het beter is (voor parkieten in ieder geval) om niet te laat op de dag te douchen/ badderen omdat ze ruim de tijd moeten hebben om op te drogen voor het slapen gaan.
Het is voor vogels niet zo'n probleem om voldoende water binnen te krijgen. Als het vriest krijgen ze vocht binnen door bijvoorbeeld sneeuw of rijp op te pikken. Zelf kun je wat ijs vergruizen zodat ze de ijssplinters kunnen oppikken.
Vogels, mussen dus ook, drinken daar graag uit, maar badderen er ook in, zeker op een warme dag. Maak een zandbad. mussen badderen in zand om parasieten kwijt te raken.
De meest gebruikte bodembedekking is schelpenzand. Vogelzand is een natuurlijk product en ideaal voor de vogelkooi en volière. Vogels nemen graag een zandbad, waarin de vogels proberen zand tussen hun veren te brengen, en vervolgens het weer uitschudden.
Het badderen in zo'n zandbak doen de vogels ook om parasieten kwijt te raken. Als je ze ziet in zo'n zandbakje dan lijkt het wel of ze het ook gewoon lekker vinden! Het IVN schrijft over deze vogel: "De mus is een sociaal dier en zeer verbonden met zijn omgeving.
Havermout: havermout kan je zowel als strooivoer op de grond gebruiken als op de voedertafel. Zaadeters zoals mussen, mezen, vinken, groenlingen en roodborstjes houden hiervan. Meelwormen en insecten: bevatten veel proteïnen en zijn bijzonder voedzaam voor vogels.
Gevaar op verstrikking
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Ook vogels houden van een veelzijdig menu. Voer bijvoorbeeld zaden, pinda's en vetbollen, maar ook rozijnen en appels. Geef geen vloeibare olie, margarine en zoute producten.
Een voedertafel
Een overrijpe banaan bijvoorbeeld. Daar komen allerlei vogels op af zoals merels. Wel regelmatig de tafel schoonmaken.
Heb je restjes eten over? Veel keukenrestjes zijn prima en kan je geven aan de tuinvogels. Wat je niet mag geven zijn restjes met veel zout of kruiden of restjes die beschimmeld zijn. Vetrandjes, gekookte aardappelen, gekookte rijst of fruit zullen je tuinvogels heerlijk vinden en zijn ook nog eens goed voor ze.
Koop nooit 'mensen-pinda's' en 'mensenpindakaas' voor vogels. Vaak zit er zout bij en dat is echt slecht voor vogels. Er is niet voor niets speciale vogelpindakaas te koop. Zelfs ongezouten pinda's uit de supermarkt zijn niet hetzelfde als voerpinda's.
Als de krop van uw vogel bijvoorbeeld elke vier uur leegloopt, moet u hem elke vier tot vijf uur tussen 06.00 uur en middernacht voeren. Laat echter vanaf middernacht ten minste zes uur over om de krop langer te legen, waardoor voedselresten (en het toegenomen aantal bacteriën) kunnen worden geëlimineerd.
Een vogel kan dus niet zoals de mens, hond en kat vele dagen tot weken zonder eten. Dit geldt wat minder voor de hele grote vogels dan voor de kleine vogeltjes. Een dag niet eten en drinken betekent voor een klein vogeltje al vaak dat ze flink verzwakt zijn.
Schuilen voor de storm
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.