Oppervlakte = lengte (l) x breedte (b), Noteer achter de uitkomst de lengtemaat gevolgd door een klein cijfer 2.
De formule is simpel: lengte maal breedte. Dus, als je kamer 5 meter lang is en 4 meter breed, dan is de oppervlakte 30 x 15 = 450 vierkante meter.
Lengte x Breedte zijn de vierkante meters
U meet de lengte op van de muur of plafond en de hoogte. Als u muur bijvoorbeeld 5 meter lang is en 2,50 hoog dan kunt u de berekening als volgt maken: 5 meter breed x 2,50 hoog = 12,5 m2 ( vierkante meter )
Oppervlakte = lengte (l) x breedte (b). Noteer de oppervlakte als: m2, cm2, km2, etc. Dit spreek je uit als "vierkante".
Lengte x breedte = totaal oppervlak aan vierkante meters
Is jouw woonkamer bijvoorbeeld 500cm breed en 600cm lang? Dan doe je de volgende som op jouw rekenmachine: 5 x 6 meter = 30 m2. Zit er in deze ruimte een plek waar je geen vloer wil hebben, bijvoorbeeld een voorraadkast, kun je deze er gemakkelijk vanaf trekken.
Lengte x breedte
Meet hierbij van binnenmuur tot binnenmuur. Tel de vierkante meters van alle ruimtes bij elkaar op en je hebt de totale oppervlakte van een woning berekend.
De m2 (vierkante meter) is dus afgeleid van de m (meter). Een verdere verklaring die Wikipedia hiervoor geeft is “Een vierkante meter is gelijk aan de oppervlakte van een vierkant met zijden van 1 meter.”
De omtrek is de rand die ergens omheen past.
We kunnen dit ook omschrijven als de lengtes van alle randen van een vlak figuur bij elkaar opgeteld. Denk hier bijvoorbeeld aan de omtrek van een voetbalveld. De oppervlakte is een maat voor het vlak van een object dat kan bedekt worden.
De oppervlakte is gelijk aan de som van alles zijvlakken. Dus je kan de oppervlakte van 1 zijvlak uitrekenen en vermenigvuldigen met 6. Dus de formule = zijde maal zijde maal 6.
Hoe je het grondvlak berekent hangt af van de vorm van het grondvlak. Als het grondvlak van de prisma een rechthoek is, dan kun je de oppervlakte van het grondvlak eenvoudig berekenen met lengte * breedte. Als het grondvlak een driehoek is bereken je het oppervlak met de formule 1/2 * zijde * hoogte.
Muren en vloeren zijn vaak recht en haaks wat het berekenen van een oppervlak vergemakkelijkt. Wanneer een muur bijvoorbeeld 10 meter lang is en 2.50 meter hoog, vermenigvuldig je deze voor het aantal m2 berekenen. In dit geval praten we dus over 25m2 (10×2,5).
1 vierkante meter is gelijk aan 1.000.000 vierkante millimeter. 1 vierkante meter is gelijk aan 10.000 vierkante centimeter. 1 vierkante meter is gelijk aan 100 vierkante decimeter. 1 are is gelijk aan 100 vierkante meter.
Dus een vierkante ruimte van 4 meter breed en 2 meter lang heeft een oppervlakte van 4 x 2 = 8m2. Als uw ruimte niet een rechthoek of vierkant is, maar bijvoorbeeld L-vormig, dan is het handig de ruimte te verdelen in aangrenzende rechthoekige blokken en de oppervlakten van die blokken bij elkaar op te tellen.
De oppervlakte geeft de grootte van een figuur weer.
Je berekent dus de binnenkant van bijvoorbeeld onderstaande rechthoek [hieronder rechts afgebeeld, met gearceerd gebied].
Oppervlakte driehoek
De oppervlakte van de driehoek reken je de basis x de hoogte x 0.5. Omdat een driehoek de helft is van een rechthoek moet je dit delen door 0.5. De hoogte is vanzelfsprekend bij een rechthoekige driehoek, maar bij een driehoek die geen rechthoek heeft is dat moeilijk te vinden.
Uitleg. De oppervlakte van een rechthoek kun je snel berekenen met lengte×breedte lengte × breedte . Dit zijn allemaal oppervlakteformules.
De oppervlakte van een cirkel bereken je door de straal van de cirkel (r) in het kwadraat te doen en dit te vermenigvuldigen met π (pi), dus oppervlakte = r² x π. De straal is de afstand tussen het middelpunt van de cirkel en de rand. Vervolgens hoef je dit alleen nog te vermenigvuldigen met de hoogte (h).
Ruimtelijke figuren
Je doet namelijk nog steeds de lengte maal de breedte, maar vervolgens doe je dit geval nog een keer maal de hoogte. Dit noemen ze ook wel 'lengte x breedte x hoogte'.
De oppervlakte van een cirkel is pi keer het kwadraat van de straal (A = π r²).
Omtrek van de cirkel = pi x diameter.
Deze formule kan gebruikt worden om van iedere cirkel de omtrek te berekenen.
De oppervlakte van een vlakke meetkundige figuur, of algemener van een tweedimensionaal meetkundig object, is een maat voor de grootte ervan. De SI-eenheid van oppervlakte is de vierkante meter: m², afgeleid van de basiseenheid meter.
De formule is:
Lengte (in meter) X Breedte (in meter) X Hoogte (in meter)
Voordat je begint met het opmaken van jouw bestanden, is het belangrijk dat je de exacte papier afmetingen weet. Het formaat A6 is 105 x 148 mm. Dat betekent dat het A6 formaat in centimeters 10,5 x 14,8 cm is. De maat A6 in inches is 4,1 x 5,8 inches.
Oppervlakte is de maat voor een tweedimensionaal object (2D). Inhoud/volume is de maat die aangeeft hoeveel ruimte er is in een driedimensionaal object (3D). Om van oppervlakte naar inhoud te gaan, voegen we een diepte toe.