Om het volume om te zetten naar liters of milliliters, deel je het volume in kubieke centimeters door 1000 voor liters of door 1 voor milliliters. Bijvoorbeeld, als het volume van een voorwerp 6000 kubieke centimeter is, dan is het volume in liters 6 liter (6000/1000) en in milliliters 6000 milliliter (6000/1).
Om de inhoud uit te rekenen, vermenigvuldig je de lengte, de hoogte en de breedte met elkaar. De lengte en hoogte staan in centimeter, maar de breedte niet. Daarom moet je als eerste de breedte omrekenen van meter naar centimeter. Daarna kan je de drie getallen met elkaar vermenigvuldigen en krijg je de inhoud.
Het veld Volume wordt berekend met de formule: Volume (V) in ml = (diameter * diameter * Pi * lengte) /4000 .
Zo zeg je bijvoorbeeld dat er in een fles water 1 liter zit in plaats van 1000 milliliter.
Een milliliter is één duizendste van een liter, dus 0,001 liter. Een centiliter is één honderdste van een liter, dus 0,01 liter. Een deciliter is één tiende van een liter, dus 0,1 liter. Een kiloliter 1000 liter.
De bovenstaande verhouding kan ook als 1:10 worden geschreven.
Inhoud of volume berekenen
Het volume of de inhoud van een balkvormig voorwerp, hoe groot of klein ook, bereken je heel eenvoudig als volgt: lengte x breedte x hoogte. Bij een kubus krijg je dus drie keer dezelfde waarde. Het resultaat is een x aantal kubieke meters (of cm's, natuurlijk).
Om het volume om te zetten naar liters of milliliters, deel je het volume in kubieke centimeters door 1000 voor liters of door 1 voor milliliters. Bijvoorbeeld, als het volume van een voorwerp 6000 kubieke centimeter is, dan is het volume in liters 6 liter (6000/1000) en in milliliters 6000 milliliter (6000/1).
V. 2: Hoeveel 500 ml zitten er in 1 L? Er zitten dus twee 500 ml in 1 liter.
We weten dat 1 liter = 1000 ml, dus de conversiefactor die wordt gebruikt om liters naar milliliters om te zetten is 1000. Om liters naar milliliters om te zetten, vermenigvuldigen we de gegeven hoeveelheid met 1000. Laten we bijvoorbeeld 6 liters naar milliliters omzetten. Dus, 6 × 1000 = 6000 ml.
Bij vloeistoffen kun je het volume meten met een maatcilinder. Bij rechthoekige voorwerpen kun je de lengte, breedte en hoogte meten en daarmee het volume berekenen. Bij andere voorwerpen kun je het volume meten door het voorwerp onder te dompelen in een maatcilinder met vloeistof zoals water.
We gebruiken milliliters en liters om volume en capaciteit te meten. Capaciteit is de hoeveelheid vloeistof die een container kan bevatten. Volume is hoeveel vloeistof er in de container zit . We kunnen 'l' schrijven voor liter en 'ml' voor milliliter.
De kubieke centimeter of cm³, ook wel afgekort cc (van het Engelse cubic centimetre), is een inhoudsmaat. Eén kubieke centimeter is gelijk aan één milliliter (ml). Eén kubieke meter (m³) is gelijk aan een miljoen kubieke centimeter.
Om bijvoorbeeld het volume van een kubus te berekenen, zou u Volume = lengte keer breedte keer hoogte gebruiken, en uw antwoord zal in kubieke centimeters zijn. Converteer het antwoord naar liters door het getal te delen door 1.000 , omdat er 1000 kubieke centimeters in 1 liter zitten.
Leg uit dat je de inhoud berekent door de lengte te vermenigvuldigen met de breedte en de hoogte. Bij het voorbeeld van het pak melk zijn de afmetingen gegeven in centimeters, de inhoud is dus ook in kubieke centimeters.
Van liter naar milliliter
Om van het aantal liter naar het aantal deciliter te gaan, moet je x 10 doen. Om van het aantal liter naar het aantal centiliter te gaan, moet je x 100 doen. Om van het aantal liter naar het aantal milliliter te gaan, moet je x 1.000 doen.
Een milliliter (symbool mL of ml) is een volume-eenheid die gedefinieerd is als één duizendste van een liter. Hoewel de liter - en dus ook de milliliter - geen officiële SI-eenheid is, is het gebruik toegestaan in veel landen op verpakkingen van vloeibare levensmiddelen.
1. Gewoon uitrekenen. V = l * b * h Volume = lengte x breedte x hoogte LET OP geen dm met cm vermenigvuldigen. V = oppervlakte x hoogte.
Om kubieke centimeters (cm³) om te zetten naar liters, deel je het aantal cm³ door 1000. Dit komt doordat er 1000 cm³ in één liter past.
1 ml geeft dus 200 mg en dat is precies wat de arts voorschrijft. Het antwoord is dus 1 ml.
De verhouding van 250 ml tot 2 liter is dus: Eindverhouding = 1:8 .
200 milliliter is gelijk aan 5/6 kopje of 6 3/4 oz.