Luister wat de ander te vertellen heeft en vraag door om duidelijk te krijgen waarom de ander zich goed of niet zo goed voelt. Kom niet met oplossingen als de ander zich niet goed voelt. Toon empathie, bv Fijn om te horen dat het goed met je gaat, of Rot voor je dat je je niet zo goed voelt.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.
Kort voor de hoofdmaaltijd alvast iets kleins of friszuurs eten of drinken kan de eetlust opwekken. Denk bijvoorbeeld aan een toastje, een appel of een glas sinaasappelsap. Met een beetje suiker of honing kun je een maaltijd soms aantrekkelijker voor je naaste maken. Veel mensen houden van toetjes.
Met anorexia raak je uiteindelijk ernstig ondervoed en dat heeft grote gevolgen voor het lichaam. Denk aan extreme uitputting, huidproblemen, botontkalking, onvruchtbaarheid, hartritmestoornissen en een lage lichaamstemperatuur. Door ondervoeding en braken kan er een tekort ontstaan aan kalium.
Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.
Heeft iemand een eetstoornis, ga dan de ander niet stimuleren (lees pushen) om iets te eten. Controleer het eetgedrag ook niet. Dit helpt niet, sterker nog, vaak zien we dat het contact hierdoor minder wordt. Het onderlinge contact is belangrijk in het hersteltraject.
Anorexia nervosa kan, evenals andere eetstoornissen zoals boulimia, OSFED en BED (eetbuistoornis), verschillende oorzaken hebben. Vaak ligt er een combinatie van factoren aan ten grondslag, zoals 'aanleg' in de persoonlijkheid, opvoeding, negatieve ervaringen, cultuur en de invloed van (sociale) media.
Voor iemand met anorexia is eten is een bron van angst en spanning. Anorexia is daarmee een zeer ernstige en hardnekkige psychische stoornis.
Het tafeldekken zelf kan al voor overprikkeling zorgen. Denk aan kletterend bestek, geschuif met stoelen en veel beweging rond de tafel. Zorg ervoor dat bewoners op dat moment niet aan de tafel zitten, zodat zij zo min mogelijk geprikkeld worden en daardoor een aversie kunnen krijgen om aan tafel te gaan eten.
Als je ondervoeding hebt, krijg je minder energie (calorieën) eiwitten, vitamines en mineralen binnen dan je nodig hebt. Het lichaam gebruikt dan reservevoorraden in vet- en spierweefsel. Zo worden vet en spieren afgebroken. Vooral de afbraak van spieren is nadelig.
De fenologische criteria zijn: onbedoeld gewichtsverlies (>5 procent in de afgelopen 6 maanden of >10 procent in een periode langer dan 6 maanden), lage BMI (<20 bij <70 jaar of <22 bij >70 jaar) of verminderde spiermassa (vastgesteld met gevalideerde methode of alternatieve meting).
Begeleiding door een diëtist. Vaktherapie , bijvoorbeeld danstherapie of psychomotorische therapie. Bij psychomotorische therapie gaat het om hoe jij je lichaam ervaart en hoe je beweegt. Sommige mensen met anorexia krijgen ook medicijnen.
Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide). Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan Anorexia Nervosa. De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren.
De APA-richtlijngeeft aan dat opgenomen patiënten met anorexia nervosa 907-1360 gram per week en ambulant behandelde patiënten 227-454 gram per week kunnen aankomen. Het is aannemelijk dat bij volwassen vrouwen de normale menstruatiecyclus bij ongeveer 90% van het ideaalgewicht (bij een BMI 20) herstelt.
Gemiddeld duurt een eetstoornis behandeling zo'n twee jaar, mits deze succesvol is. Soms is intensieve behandelingen of klinische opname goed en in andere gevallen volstaat een wekelijks gesprek met een coach of behandelaar.
Het is onduidelijk hoe de eetstoornis ARFID precies ontstaat. Wel weten we dat opvoeding en persoonlijke eigenschappen er invloed op hebben. Het kan ook komen door (traumatische) ervaringen. Bijvoorbeeld als je je een keer heel erg verslikt hebt.