De standaard bemesting voor de kropslateelt is maximaal 1 kg/are stikstof en 2 kg/are kalium. Op zwaardere grond volstaat 1,5 kg Kalium. De hoeveelheid fosfor die nodig is, zal op grond die reeds lang organische mest krijgt wel voldoende hoog zijn.
Sla is een 'lichtkiemer'; de zaden hebben licht nodig om te kiemen. En dus bedek je de gezaaide zaden slechts heel dun, een laagje van 2 millimeter zand is voldoende. Je moet er dan wel extra goed op letten dat je de bovenlaag goed vochtig houdt, met zo weinig bedekking kunnen zaden wat makkelijker uitdrogen.
Sla heeft een goed bewerkte, luchtige grond nodig. potgrond is zowiezo luchtig, je tuingrond bewerk je best met een spit- of woelvork. Werk hierbij wat universele meststof in. Plant pluk- of snijsla kun je uitplanten op 10 tot 15 cm afstand tussen de plantjes en 25 cm tussen de rijen.
Geef voldoende water
Geef sla altijd voldoende water, maar vermijd natte voeten. Daar hebben ze een hekel aan. Geef het liefst 's ochtends water, zodat de plantjes goed kunnen opdrogen. Wanneer de bladeren te lang nat blijven, gaat kropsla bijvoorbeeld snel rotten.
Sla heeft gedurende de groeiperiode geen extra meststoffen nodig. Vooraf wat organische mest in de grond werken is daarentegen wel goed voor de plant.
De meeste slasoorten groeien snel. Sla oogsten kan dan ook vaak al een paar weken na het zaaien. Heb je gekozen voor rucola of snijsla, dan kun je vaak al na een maand de sla oogsten. Wanneer je ze boven het groeipunt afsnijdt, kunnen ze opnieuw uitlopen en kun je later een tweede keer oogsten.
Langedagplanten zijn planten die veel lichturen, dus lange zomerdagen, nodig hebben voor ze gaan bloeien. Kortedagplanten bloeien ook al bij weinig lichturen. Sla is een kortedagplant en deze schiet dus op de langste dagen van het jaar snel door. Je kunt dit voorkomen door ze tijdig te oogsten.
Zorg er wel voor dat de grond niet te vochtig is. Daarnaast heeft sla zonlicht nodig, maar een te felle zon kan de plant niet hebben. In het voor- en najaar is een zonnige plek prima, maar in de zomer kun je beter zorgen voor wat schaduw.
Sla is namelijk gevoelig voor daglengte: rond de langste dagen van het jaar schieten de kroppen snel door. Dat doorschieten betekent niets anders dan dat de kroppen sla gaan bloeien. In het hart van de krop ontstaat een bloemstengel en die stengel groeit in rap tempo omhoog.
Leg ieder blad direct na het snijden in het water. Ga zo door tot je alle sla in het water hebt. Roer nu voorzichtig met je handen door het water en zorg dat de sla niet beschadigd. Laat de sla nog 5 minuten in het water liggen zodat eventueel zand naar de bodem kan zakken.
Doorgeschoten sla is nog wel te eten, maar het blad wordt wel wat bitterder. Persoonlijk vind ik dat nooit zo erg want ik houd wel van een beetje bitter. Een kwestie van smaak dus. Ja je eet toch ook het blad niet de stengel Als hij erg groot is is dat wat anders dan wordt hij wat harder.
De onderste bladeren van de krop zijn meestal niet zo mooi, die kun je laten zitten. De blaadjes daar vlak boven kun je wel weghalen. Als je het hart van de krop met rust laat, kan de plant gewoon doorgroeien. Op die manier kun je telkens een paar blaadjes sla oogsten, zonder dat je meteen de hele krop moet opeten.
Net na het planten is het noodzakelijk om de grond goed vochtig te houden. Ook daarna houdt sla van een flinke slok water, bij droogte is het dus goed om regelmatig water te geven. Als je zelf gaat voorzaaien, is het handig om potgrond, eventueel wat zand en zaaitrays of potjes in huis te halen.
DE BODEM IN DE MOESTUIN. Graaf een kuiltje en kijk of de wortels de grond wel goed kunnen doorwortelen. Geef ieder jaar 200 tot 300 liter mest of compost per 100 vierkante meter voor onderhoud van de bodem. Daarnaast soms nog wat aanvullende meststoffen.
In plaats van oude stalmest kunt u ook gedroogde koemest of een gemengde organische mest gebruiken. Voorjaar: Maak in het voorjaar de grond los met een riek en hark deze dan aan. Na de oogst: Strooi na de eerste oogst nog wat bloedmeel om voldoende stikstof in de grond te krijgen.
Snijd de onderkant waar de sla bij elkaar wordt gehouden af en zet in een bak met een laagje water. Ververs om de paar dagen het water en verplaats de krop binnen een paar weken naar een pot met grond of in de volle grond.
Sla binnen kweken
Pluksla groeit goed op de vensterbank. IJsbergsla, bindsla, kropsla en veldsla doen het minder goed in de hitte van het huis, deze kan je beter buiten kweken. Er zijn veel soorten pluksla die je kan kweken, met verschillende vormen bladeren en met verschillende kleuren.
IJsbergsla kun je vaak al twee maanden na het zaaien oogsten. Na het oogsten verwijder je de buitenste bladeren van de krop en was je de sla grondig voor gebruik. IJsbergsla is vers het lekkerst maar kan enkele dagen in de koelkast worden bewaard.
Sla kan prima tegen kou en tot 10 graden onder nul. Bij strenge vorst leg ik vliesdoek over de slaplanten.
Wat is Wintersla? Wintersla is een versie van de gewone kropsla of botersla die extra goed tegen kou kan. Daarom kun je deze soort prima in het najaar zaaien om in de winter of het vroege voorjaar van te oogsten. Vaak wordt deze soort 's winters 'onder glas' geteeld of in een koude kas.
Andere experimenten geven aan dat sla voor normale groei licht nodig heeft waarin minimaal 5% blauw aanwezig is (Spaargaren, 2000). In onderzoek van Fukuda et al. (1993) onder alleen rood en geel licht gingen de bladeren van kropsla naar beneden krullen.
Voor veel telers van bladgroenten is het altijd weer een uitdaging om zoveel mogelijk cycli te telen.