Zon tot lichte halfschaduw. Het liefst goed doorlatend (niet te nat) en kalkrijk. Gezonde boom; weinig last van ziekten. Buccaneer en Broadview.
De walnoot groeit op vele grondsoorten, maar groeit het beste op vruchtbare, goed waterdoorlatende, diept bewortelbare grond met veel humus. De walnoot is kalkminnend. De optimale zuurgraad van de grond ligt tussen pH 6,5 en 7,5. De tolerantie ligt tussen pH 5,5, en 8,5.
Plant ze 3 tot 5 cm diep in een pot. Notelaars houden van een zonnige plek en neutrale tot kalkrijke, vochthoudende, voedzame grond, dus liever geen zware klei of zand: de meeste Vlaamse tuinen zijn dus geschikt om noten te kweken.
De walnoot groeit alleen op een goed ontwaterde, kalkrijke vruchtbare grond, die absoluut niet zuur mag zijn. De grond moet daarnaast rijk zijn aan magnesium en fosfaat en sporenelementen.
Ongeveer 8-10 jaar na de vestiging van de boomgaard kunnen de bomen doorgaans noten produceren, en enkele jaren later kan de boer beginnen met het verwijderen van grote takken of hele bomen en ze weer als hout verkopen.
Als eerste vuistregel geldt dat de gemiddelde commercieel gekweekte walnootboom elk jaar 1270 mm neerslag nodig heeft. Als tweede vuistregel geldt dat walnootbomen in de zomer (juni, juli en augustus) meer dan 50% van de jaarlijkse watervoorziening nodig hebben.
Verzorging. De walnoot groeit alleen op een goed ontwaterde, kalkrijke vruchtbare grond, die absoluut niet zuur mag zijn. De grond moet daarnaast rijk zijn aan magnesium en fosfaat en sporenelementen. De zwarte noot kan verder iets droger staan dan de walnoot.
Kervel, tomaten, asperges, courgettes, boomspinazie, winterpostelein, veldsla, frambozen, aalbessen, warmoes, olijfkomkommer … De lijst is eindeloos en het doet het allemaal zonder problemen onder of naast een grote, oude notenboom.
De meeste walnotenrassen zijn gevoelig voor extreem lage wintertemperaturen. Wanneer ze in rust zijn, kunnen ze gemiddelde temperaturen tot -10 °C verdragen zonder ernstige schade op te lopen.
Walnoten kunnen vele honderden jaren oud worden. Voor de professionele teelt wordt meer en meer gebruikgemaakt van geënte bomen.
Snoeien is aan te raden in de nazomer (september) of in de winter. In de nazomer gaat de boom stilaan in winterrust, de bladeren beginnen te vallen en de sapstroom is al veel minder. In de winter is de boom volledig in rust, er zijn geen bladeren en vruchten meer aanwezig.
Bij het verplanten er zorg voor dragen dat de boom even diep wordt terug geplant als hij nu staat. Te diep terug planten leidt vaak tot problemen met de hergroei. Die onderste tak is een beetje een probleem en moet worden verwijderd. Het beste snoei je walnoten in de zomer.
Walnotenboom kopen vanaf €59,95 - Bomenbezorgd.
Kan ik elke boom verplaatsen? Onder andere notenbomen, Douglassparren en fruitbomen zijn doorgaans goed te verplaatsen. Het hangt er echter wel van af hoe oud ze zijn! Het verplaatsen van jonge bomen (die korter dan vijf jaar geleden geplant zijn) is over het algemeen prima te doen.
Knip alleen de dode punten weg en laat wel een stukje dood hout zitten. Als de boom toch te groot dreigt te worden, snoei dan midden in de zomer in juni of juli als de boom vol in het blad zit. De wonden gaan nu niet bloeden en overgroeien meteen. Spaar de takken waar de jonge noten aangroeien.
De mini walnotenboom is een dwergvariant van de Juglans Regia. De eigenschappen van deze bomen zijn exact hetzelfde als bij de Juglans, met als enige uitzondering de hoogte en de productieleeftijd. Deze miniboom draagt zijn vruchten namelijk al vanaf 3 jaar. De maximale groeihoogte ligt tussen de 1,5 en 2 meter.
Bemesting van volwassen walnootbomen kan goed worden gedaan door dierlijke mest toe te voegen. Veel boeren voegen elke één of twee jaar 10 tot 20 ton mest per hectare toe. Als ze geen mest tegen een redelijke prijs kunnen vinden, gebruiken veel boeren groenbemester, voornamelijk vlinderbloemigen.
Een veelgestelde vraag is of je walnoten moet drogen, voordat je deze kunt eten. Dit is helemaal niet nodig: je kunt ze prima eten zonder ze te drogen. Het drogen van de walnoten is echter een manier om de walnoten lang houdbaar te maken. En met een grote oogst kan dat zeker handig zijn!
Zorg dat wanneer je een stek gaat planten de kluit van de stek goed vochtig is. Ga je de stek ergens anders planten? Geef dan thuis vooraf eerst ruim water. Maak een plantgat dat diep genoeg is maar graaf een stek ook niet te diep in, het aarde niveau moet ongeveer gelijk zijn als dat van de huidige potaarde.
De walnotenboom is een winterharde bladverliezende boom die wel 30 meter hoog kan worden. De brede bladerkroon kan zich pas voldoende ontplooien als hij voldoende ruimte heeft en kan ca. 20 meter breed worden. Hij draagt laat in het voorjaar zowel mannelijke als vrouwelijke bloemen.
Echter, ze bloeien niet tegelijk. Zo kan de walnotenboom zich zelf niet bevruchten. Daarom moet er een andere walnoot ergens vlakbij staan, die bloeiende mannelijke katjes moet hebben op het moment dat jouw boom bloeit ( vrouwelijk) Dat lukt niet altijd, dus heb je niet ieder jaar noten.
Walnoten rassen
Walnoten groeien altijd al in de Europese bossen dus ook in Nederland. Het is aan te bevelen een walnotenboom te kopen in plaats van zelf te kweken vanuit een zaailing zoals wij hebben gedaan.
De walnoot groeit op vele grondsoorten, maar groeit het beste op vruchtbare, goed waterdoorlatende, diept bewortelbare grond met veel humus. De walnoot is kalkminnend. De optimale zuurgraad van de grond ligt tussen pH 6,5 en 7,5.
Okkernoten zijn iets langer dan walnoten en hebben een minder grillige vorm. De walnoot heeft doorgaans minder noot dat er moeilijker uit te halen is en een donkerdere schaal. De smaak van de walnoot is sterker dan die van de okkernoot.