Alle zoogdieren hebben een navel. De meeste zoogdieren, zoals mensen, katten, paarden en olifanten groeien in de buik van hun moeder. In de buik krijgen ze eten via de placenta, door een soort buisje dan aan de buik van het ongeboren jong vastzit.
Alle zoogdieren hebben een navel, nou ja met uitzondering van buideldieren en eierleggende zoogdieren. Het is het litteken van de verbinding die ooit bestond tussen moeder en ongeboren kind of jong.
Antwoord van de Bieb:Bij alle zoogdieren, maar ook reptielen en vogels verbindt een navelstreng de moeder met het jong of het ei. Als deze afgebroken wordt laat dit een klein of groot litteken na (de navel). Bij sommige diersoorten is dit zo klein dat het nauwelijks zichtbaar is.
Katten hebben een navel.
Alle zoogdieren hebben een navel, dus katten ook. Een navel is een overblijfsel van waar de navelstreng ooit moederpoes en kitten verbond. Katten dromen meerdere keren per dag een aantal minuten.
De mens is het enige zoogdier dat over een op het eerste gezicht nutteloze kin beschikt.
Meerbepaald dezelfde plekken die bij ons oplichten als wij een puppy of kitten zien voorbijtrippelen. Conclusie: de gevoelens die olifanten ervaren wanneer ze naar ons kijken, zijn sterk vergelijkbaar met wat wij voelen bij het zien van een babydiertje.. Dat is ook de reden dat mens en olifant zo goed overeenkomen.
Het beste antwoord. Juist zoogdieren hebben allemaal een mond omdat ze allemaal volgens hetzelfde "bouwplan" groeien. Een van de eerste zaken die bij de beginnende celdeling van een zoogdier ontstaat is de oerdarm (endoderm) met een oermond.
Katten hebben een interne klok die zeer nauwkeurig is, en ze “weten” gewoon wanneer het tijd is om te beginnen. Ze zijn ook goed in het oppikken van andere regelmatige indicatoren van de tijd, zoals vogelzang en daglicht.
Waar zit de navel van een hond? De navel van uw hond bevindt zich op de buik van uw hond, tegen het einde van de ribbenkast. De navel van een hond kan moeilijk te vinden zijn door al hun vacht, en het feit dat ze meestal een klein, plat litteken zijn.
Het kan bij de kat wijzen op een resorptie, maar dat kan bijvoorbeeld maar 1 of 2 kittens betreffen. De overige kittens kunnen dus gewoon normaal op het juiste tijdstip geboren worden. Het is niet onverstandig om op zo'n moment een echo te laten maken, zodat het duidelijk is of er nog levensvatbare kittens over zijn.
In de buik krijgen ze eten via de placenta, door een soort buisje dan aan de buik van het ongeboren jong vastzit. Na de geboorte laat het buisje (de navelstreng) los en blijft het litteken over. Dat is de navel. Slangen, dinosaurussen, vogels en vissen die eieren leggen, hebben dus geen naveltje.
Zo'n bolle navel wordt ook wel een huidnavel genoemd. De kwestie 'innie of outie' hangt dus niet af van het doorknippen van de navelstreng, maar vooral van het genezingsproces na het afvallen van het stompje.
De navelstreng bevat drie vaten; twee slagaders (arteriae umbilicales) voor de toevoer van zuurstofarm bloed vanaf het hart van de baby naar de placenta en een ader (vena umbilicalis) die zuurstof en voedingsstoffen naar het kind brengt. Deze navelstrengvaten zijn omgeven door de gelei van Wharton.
Een navel is een litteken dat is overgebleven nadat de navelstreng bij je geboorte is doorgeknipt. Eigenlijk heeft iedereen dus een litteken en is iedereens eerste litteken zijn of haar navel. Dacht jij dus geen littekens te hebben? Think again!
Over een navelbreuk
Een navelbreuk (hernia umbilicalis) is een uitstulping van het buikvlies in de navel. Dit komt door een opening of zwakke plek in de buikwand. Een navelbreuk kan aangeboren zijn, maar ook als volwassene kun je er last van krijgen. Een aangeboren navelbreuk komt voor bij één op de zeven pasgeborenen.
'Wellicht dragen zij strakke kleding, waardoor de pluisjes de navel inschuiven en er niet meer uit kunnen', suggereert hij in zijn onderzoek. Zijn theorie is dat de haartjes kleine vezels van je kleding af schrapen, die blijven plakken in de diepte van je navel.
Hoewel dit niet concreet bewijst dat honden besef hebben van het verstrijken van tijd, toont het wel aan dat de tijdsduur dat honden alleen gelaten worden, wel degelijk effect heeft op de hond. Omgevingsfactoren, 'Hoe laat ruikt het?' Naarmate tijd verstrijkt, verandert de omgeving.
Als de pups door de moeder niet warm gehouden worden biedt een warmtelamp uitkomst. De eerste vier - vijf dagen is een temperatuur van rond de 26 tot 28 graden het beste, geleidelijk dalend tot 26 graden in de tweede week, 23 - 26 graden in de derde week en 23 graden in de vierde week.
De nageboorte (placenta) wordt vaak direct na de geboorte van een pup uitgedreven, maar kan ook 5-15 minuten later. De teef wil de placenta's vaak (snel) opeten, vermoedelijk om het nest schoon te houden. Laat haar niet meer dan enkele placenta's eten, ze kan erg misselijk worden en last krijgen van braken of diarree.
Een groep Zweedse onderzoekers (Erikson 2017) heeft het gedrag van katten in reactie op afwezigheid van de eigenaar wél in een thuissituatie bestudeerd. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat katten wel degelijk blij zijn hun eigenaar weer te zien (en misschien zelfs te missen) na een periode van afwezigheid.
Mensen krijgen tranen als ze boos zijn, verdrietig of juist heel blij. Dieren niet. Een hond gaat bijvoorbeeld kwispelen, een kat gaan miauwen. Er zijn dus wel emoties maar er komen geen tranen bij.
Onderzoekers van de Engelse universiteiten Sussex en Portsmouth hebben wetenschappelijk aangetoond dat je aan katten kunt laten weten of je vriendelijk bent door te 'praten' met je ogen. De onderzoekers keken naar de zogenaamde 'slow blink' die, vertaald naar menselijke communicatie, gezien kan worden als een glimlach.
Ja. Sommige apen kunnen inderdaad huilen, maar niet op dezelfde manier als mensen dat doen. De ogen van de aap blijven immers droog. Als ze triest zijn, brengen apen wel bepaalde geluiden voort die aan het wenen van een mens doen denken.
De lach van apen lijkt het meest op die van mensen. Jan van Hooff bestudeerde jarenlang gezichtsuitdrukkingen en het gedrag van chimpansees, bonobo's en gorilla's. Vooral als de dieren met elkaar stoeien, openen ze hun mond wijd en krullen hun mondhoeken iets op.
Apen zijn genetisch voor 98 procent identiek aan de mens, waardoor de vertaalslag meestal veel kleiner is dan bij andere dieren. Werkt een medicijn bij apen, dan is de kans groot dat wij daar ook wat aan hebben. Apen hebben echter een uitzonderingspositie in het proefdieronderzoek, juist omdat ze zo op ons lijken.