Zonder uw toestemming mag de bedrijfsarts niet over uw ziekte praten met uw werkgever. En ook niet met uw huisarts of medisch specialist. De bedrijfsarts mag uw werkgever dus niet laten weten: wat uw klachten zijn of welke ziekte u heeft.
In eerste instantie is het de bedrijfsarts die bevoegd is om een oordeel te geven over de vraag of u in staat bent om uw werkzaamheden te hervatten. Ook al vindt uw huisarts bijvoorbeeld dat u (nog) niet aan het werk kunt, het oordeel van de bedrijfsarts telt in het algemeen zwaarder.
Behalve je eigen arts, mag alleen de bedrijfsarts je medische gegevens met jouw akkoord inzien. Die heeft ook een beroepsgeheim. Dit houdt in dat de bedrijfsarts jouw gegevens, maar ook wat er is besproken tijdens afspraken, niet mag delen.
Het is absoluut onverstandig om aan te geven dat je écht niet meer wilt werken en/of terugkeren of dat je weigert om mee te werken aan het re-integratieplan dat de bedrijfsarts voor je heeft opgesteld. Als je je niet kunt vinden in dat plan, kun je aangeven wat je er niet prettig aan vindt.
De bedrijfsarts mag ook niet met uw huisarts of specialist over uw klachten praten. Dat mag alleen als u heeft gezegd dat dat mag. De bedrijfsarts kan u een advies geven tijdens het open spreekuur. U kunt zelf dit advies met uw werkgever bespreken.
De arbodienst of bedrijfsarts mag (medische) gegevens van u opvragen bij uw behandelend arts (huisarts of specialist) als dit nodig is voor uw verzuimbegeleiding. Maar uw behandelend arts heeft medisch beroepsgeheim. Daarom mag uw arts de gevraagde gegevens alleen doorgeven als u hiervoor toestemming heeft gegeven.
Dit mag de bedrijfsarts wel delen: welke werkzaamheden je nog wel/niet kunt uitvoeren. welke invloed dit heeft op het type werk dat je doet. de verwachte duur van het verzuim.
Wanneer verplicht bedrijfsarts tot werken? Dat de bedrijfsarts verplicht tot werken komt nooit voor. Deze persoon heeft namelijk een adviserende rol. Hij of zij zal aan u als werkgever daarom aangeven of de werknemer wel of niet in staat is om te werken volgens de beoordeling.
Uw huisarts kan in één of meer gesprekken herkennen of u een burn-out heeft. Ook informatie van uw partner of familie is hierbij nuttig. Soms geeft de huisarts u een vragenlijst. Dit helpt mee om vast te stellen of u een burn-out heeft.
Vertel je bedrijfsarts hoe je hoofd momenteel werkt en dat je niet in staat bent om over je problemen na te denken. Vertel hem ook wat je wél doet op gebied van bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen om je herstel te bevorderen.
Het korte antwoord is ja. De bedrijfsarts mag lichamelijk onderzoek doen. Iedere arts, en dus ook de bedrijfsarts, is gerechtigd lichamelijk onderzoek te doen. De vraag is echter of lichamelijk onderzoek nodig is.
Arboartsen zijn basisartsen en staan net als bedrijfsartsen geregistreerd in het BIG-register. Zij hebben alleen niet de specialisatie 'arbeid en gezondheid bedrijfsgeneeskunde'. Arboartsen mogen, alleen onder toezicht van een bedrijfsarts (supervisie) hetzelfde werk doen als bedrijfsartsen.
Als een werkgever het vermoeden heeft dat een werknemer zich onterecht heeft ziek gemeld, dan kan hij een spoedcontrole (laten) uitvoeren. Dit kan al vanaf het moment van ziek melden. Veel werkgevers voeren een ziekteverzuimbeleid waarin een procedure is opgenomen die de werknemer en werkgever moeten volgen bij ziekte.
Raadpleeg je huisarts bij symptomen van burn-out. Die zal je bevragen over je werkomstandigheden, je lichamelijke klachten en je gemoedstoestand. Op basis van je verhaal zal je huisarts je behandelen en/of verwijzen. De behandeling kan bestaan uit stressmanagement, medicatie of psychotherapie.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
De eerste herstelfase duurt gemiddeld 3 weken, de tweede 3 tot 6 weken en de derde 6 weken. In totaal ben je dus al snel 12 tot 15 weken bezig om te herstellen. Belangrijk om op te merken is dat de totale herstelduur per persoon sterk kan verschillen.
Het wettelijk uitgangspunt is dat een werknemer in beginsel zelf bepaalt wanneer en of er sprake is van ziekte en van herstel. Bij twijfel vanuit de werkgever is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Indien nodig kan er ook nog een deskundigoordeel bij het UWV aangevraagd worden.
Je loon wordt – zolang je in dienst bent – doorbetaald door je werkgever. De ziektewet duurt maximaal 104 weken. Dit wil zeggen dat je twee jaar 'de tijd' hebt om beter te worden en te re-integreren op het werk.
De werkgever mag wel vragen naar noodzakelijke informatie rondom je ziekte. Bijvoorbeeld hoe lang je denkt dat je thuisblijft, of je enigszins in staat bent om thuis wat te werken, of er afspraken verzet moeten worden en hoe je te bereiken bent. Het is niet toegestaan om te vragen naar de aard en oorzaak van de ziekte.
Binnen acht weken na de ziekmelding moet je als werkgever, in overleg met je zieke werknemer, een Plan van Aanpak (PvA) maken voor zijn re-integratie. Iedere zes weken moet je als werkgever met je werknemer de voortgang bespreken. Je kunt ook een 'casemanager' kiezen die dit samen met jou of namens jou doet.
Het hele dossier opvragen bij de behandelaar mag wettelijk niet. De arbodienst mag alleen informatie inwinnen over de huidige medische en/of psychische problematiek. Daarnaast geeft de werknemer aan bij welke specialist(en) de gegevens kunnen worden ingewonnen: de huisarts, neuroloog, cardioloog, etc.
Het gesprek bij de bedrijfsarts is een dialoog en dat betekent dat jij ook vragen mag stellen. Bijvoorbeeld over welke informatie er naar je werkgever gaat. Het beste kun je dit vragen voordat je jouw verhaal doet. Dan kun je namelijk nog beslissen om bepaalde zaken niet te vertellen.