Uien moeten schraal bemest worden, het liefst voor de winter met goed verteerde stalmest. Omdat uien een oppervlakkige beworteling ( ca. 30 cm) hebben is het van belang dat er niet te diep bemest wordt.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Uien hebben net als de andere wortelgewassen relatief weinig mest nodig. Een overvloed aan stikstof zorgt er namelijk voor dat er veel loof maar weinig ui ontstaat.
Uien groeien graag op een open plaats met veel licht. Wind zorgt ervoor dat het gewas goed opdroogt en er niet snel schimmelziektes ontstaan. Omwille van de aantrekkingskracht op de wortelvlieg wordt het gebruik van stalmest, compost en samengestelde organische meststof afgeraden.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
De beste grondsoort voor uien
Uien groeien op alle gronden met een losse structuur. Ze hebben een hekel aan natte grond. Meng alleen goede verteerde compost door de grond, want verse stalmest of compost trekt de uienvlieg aan.
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
tuurschommelingen en droogte bevorderen het doorschieten. Om doorsc te voorkomen moet je bij aanvang van droge periodes de uien regelmatig ze slechts oppervlakkig wortelen. Zorg er wel voor dat ze niet met de 'voe , daar kunnen ze dan weer niet tegen.
In april kan je de winter prei gewoon buiten zaaien. Zaai ongeveer een halve tot één centimeter diep, en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Na drie maanden kan je de zaailingen uitdunnen op ongeveer 15 centimeter. Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats.
Plant elke poot ui 2,5 tot 5 cm diep. In zandgrond kun je hem iets dieper plaatsen dan in kleigrond. Wanneer je bovenstaande stappen gevolgd hebt, heb je losse aarde en kun je de uitjes planten met hun topje net boven de grond.
De oogst vindt afhankelijk van het ras plaats in augustus of september. De laat geoogste uien worden meestal bewaard. De buitenste rok droogt in tot een droge, strogele huid, die de bol tijdens de bewaring beschermt.
Na ongeveer 80 dagen kun je de uienplantjes uitplanten in volle grond. Houd een plantafstand van 15 cm en geef extra veel water. Let op: hoewel uienplantjes veel water nodig hebben, is een waterdoorlatende bodem essentieel. Zo voorkom je dat uienplantjes zogeheten 'natte voetjes' krijgen en gaan rotten.
Een flinke bemesting met compost of verteerde stalmest is voldoende om aan de behoefte van een aardappelteelt te voldoen. Aardappels hebben een relatief hoge kalium behoefte. Een te hoge stikstof bemesting kan averechts werken, doordat het loof zich te sterk ontwikkeld ten koste van de knollen.
Plantuien mogen vroeg de grond in omdat ze vorst goed kunnen verdragen. Als ze bevroren zijn moet je ze niet aanraken want dan heb je kans op beschadiging. Rode plantuien zijn gevoeliger voor koude stress, wat bloemstengel vorming kan veroorzaken.
Uien en knoflook, en de andere alliac-planten worden geclassificeerd als rajasic en tamasic, wat betekent dat ze passie en onwetendheid vergroten. Ze veroorzaken overlast en zelfs pijn en ziekte bij degenen die ze eten.
Haal direct het bloempje in de knop eruit; je kunt de ui dan gewoon laten staan en laten groeien, als de plant haar energie niet meer kan stoppen in de bloei en vorming van zaden zal ze die weer gebruiken voor de groei van de bol. Overigens kun je ook die uien die beginnen door te schieten ook gewoon oogsten.
“Voor een vroeg uiengewas zijn meer planten per vierkante meter nodig. 80 planten per m2 is normaal, maar voor een vroeg ras en vroege aflandlevering is 100 planten per m2 beter. Bij een hogere plantdichtheid zullen de uien eerder gaan strijken en dus beter afrijpen, met als neveneffect dunnere nekken.
Snijd de achterkant van de ui en laat een paar dagen drogen. Plant de ui daarna in een pot met natte potgrond en zet op een donkere plek. Houd de grond vochtig en de plant groeit bijna als vanzelf door. Je kunt ook de hele ui met de wortels in een bakje water zetten, zodat het plantje uitloopt.
Uien groeien onder de grond en het zijn tweejarige planten. Je zaait ze het ene jaar, hier groeien dan kleine uitjes uit. Deze moet je goed koel en droog bewaren en dan kun je ze in het voorjaar planten.
Na de opkomst niet teveel uitdunnen. Verder de grond slechts een beetje bemesten, waarbij uien de voorkeur hebben voor compost. Wanneer de lof is afgestorven kun je de uien gaan oogsten.
Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
De beste tijd om knoflook te planten is vanaf september tot half november of na de eerste nachtvorst. Rond deze tijd heb je vast wel wat ruimte in je bakken. Veel groentes zijn al geoogst en er is niet veel meer wat je kunt zaaien en planten.