Epilepsie leidt niet bij iedereen tot gedragsproblemen, gedragsproblemen komen ook voor zonder epilepsie en gedragsproblemen bij epilepsie kunnen ook voorkomen bij mensen zonder een verstandelijke beperking. Tenslotte is er niet veel bekend over probleemgedrag voorafgaand aan, tijdens of na een aanval.
Bij een epilepsieaanval beginnen hersencellen heel snel allerlei seintjes af te geven. Denk aan een groot kruispunt, waarbij alle stoplichten tegelijk op groen springen. Alle seintjes vliegen door elkaar heen, waardoor je hersenen niet meer normaal kunnen werken. Op dat moment is er een epileptische aanval.
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken. De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet. Epileptische aanvallen kunnen er dus heel verschillend uitzien.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Als je jarenlang veel aanvallen hebt, kan het geheugen minder goed gaan werken. Dat risico is groter bij mensen met epilepsie die aanvallen hebben door een hersenbeschadiging. De kans op geheugenstoornissen is groter als de aanvallen ontstaan vanuit de temporaalkwab ook wel slaapkwab genoemd.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
Enkele uitlokkende factoren zijn: Overmatig alcohol-, drugs- en medicijngebruik. Dit kan gelden bij zowel langdurig alcoholmisbruik als bij éénmaal veel te veel drinken. Een overdosis drugs of medicijnen – bijvoorbeeld antidepressiva en amfetamines – kan ook een aanval uitlokken.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Hoewel het zeldzaam is, kan een heftige epileptische aanval ook tot hersenschade leiden. Bij langdurige aanvallen (status epilepticus) die meer dan 30 minuten duren kan schade aan de hersenen ontstaan.
Het hebben van epilepsie hoeft absoluut geen reden te zijn om continue iemand in de nabijheid te moeten hebben. Wel is er altijd dreiging dat er een epilepsie aanval komt opzetten op het moment dat niemand aanwezig is om assistentie te verlenen.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Bij grote (tonisch-clonische) aanvallen is meer alertheid geboden, omdat daarbij het bewustzijn is verstoord en sterke spiertrekkingen kunnen optreden. Hierdoor kunnen mensen met epilepsie tijdens een aanval een gevaar voor zichzelf en/of de omgeving zijn. Probeer de aanval niet te stoppen, dat heeft geen zin.
Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig. Bij een langdurige aanval en zeker bij een status epilepticus neemt de kans op een hersenletsel met blijvende handicap en overlijden aanzienlijk toe.
Ander kenmerk van deze complicatie is dat mensen terugkerende aanvallen hebben zonder dat zij in de tussentijd het bewustzijn terugkrijgen. Mensen met status epilepticus hebben een verhoogd risico op blijvende hersenschade. In zeer enkele gevallen kan epilepsie leiden tot de dood.
De vooruitzichten verschillen ook heel erg per epilepsie, is de meeste gevallen is epilepsie goed behandelbaar door middel van medicatie of chirurgie. Wanneer iemand nog wel regelmatig last van aanvallen heeft zal dit wel bepaalde keuzes van iemand beïnvloeden, zoals opleiding, werk en sport.
Deze kans stijgt met het toenemen van de jaren en is het grootst vanaf het 75e jaar. Een kwart van alle mensen met epilepsie in Nederland is 55 jaar of ouder. Een veelvoorkomende oorzaak van epilepsie op latere leeftijd is een hersenbloeding of -infarct.
Medicijnen kunnen de aanvallen meestal onderdrukken. Medicijnen kunnen epilepsie niet genezen. Het kan een tijdje duren voordat duidelijk is welke medicijnen bij u het beste (samen)werken en welke hoeveelheid (dosis) medicijnen nodig is.
Hoe kun je het herkennen? De precieze symptomen zijn afhankelijk van de plaats waar de epileptische overprikkeling van de hersenen zich bevindt. Vaak zal de persoon zich niets herinneren van de epileptische aanval, maar kunnen omstaanders de aanval goed omschrijven.
Sommige kinderen hebben 's nachts continu epileptische activiteit in hun hersenen, terwijl ze overdag slechts zelden of nooit epileptische aanvallen hebben. Deze vrij onzichtbare vorm van epilepsie wordt het ESES syndroom genoemd. Als gevolg hiervan ontwikkelen kinderen vaak leer- en gedragsproblemen.
Keppra is een geneesmiddel tegen epilepsie. Het middel kan als monotherapie worden gebruikt voor de behandeling van partieel beginnende aanvallen met of zonder secundaire generalisatie bij patiënten vanaf 16 jaar met recent vastgestelde epilepsie.
De ziekte is progressief, wat betekent dat de klachten in de loop van de tijd toenemen. Hoe de ziekte zich ontwikkelt, is onzeker. De levensverwachting is sterk verkort. Kinderen overlijden vaak als gevolg van een complicatie zoals een longontsteking of hartproblemen.
Veel alcohol drinken wordt sterk afgeraden. De combinatie van alcohol en bijvoorbeeld weinig slaap en onregelmatiger leven, kan bij sommige mensen met epilepsie aanvallen veroorzaken. Plotseling stoppen met alcohol bij mensen die altijd veel alcohol drinken, kan er sneller een epleptiche aanval ontstaan.
Een veelvoorkomend symptoom van conversiestoornis is PNEA (Psychogene Niet-Epileptische Aanvallen)* of spanningsaanvallen. Dit betekent dat je aanvallen hebt die erg lijken op epilepsie, maar ze gaan niet samen met epileptiforme activiteit in de hersenen.