Op Curaçao komt de Curaçaose slang (Liophis triscalis) of Kolebra di Kòrsou voor. Veel mensen zijn bang voor slangen. Terwijl de slangen die wij tegen kunnen komen volstrekt ongevaarlijk zijn en dat weten mensen meestal zelf ook. Toch kunnen ze hun angst niet bedwingen wanneer ze dit reptiel zien.
WILLEMSTAD – Op Curaçao krioelt het van de problematische dieren en virussen. De lionfish, de Cubaanse boomkikker, de red palm weevil, de agave weevil en chikungunya. Het zijn acute voorbeelden van dier- en virussoorten die de afgelopen jaren Curaçao hebben bereikt en zich hier hebben verspreid.
Op Curaçao komen tien soorten inheemse zoogdiersoorten voor: vleermuizen (8 soorten), het Curaçaos witstaarthert en het Curaçaos konijn. Daarnaast zijn er de afgelopen eeuwen grote groepen zoogdieren op het eiland gebracht die uiteindelijk verwilderden. Geiten en katten zijn daar voorbeelden van.
De oceaan is erg diep op korte afstand van de kust, dus relatief dicht bij kust zul je vissen treffen zoals: Amberjack, barracuda, blackfin, blauwe marlijn, blauwvintonijn, bonito, kingfish, zeilvis, haai, wahoo, witte marlijn en geelvintonijn. De vissen laten zich gemakkelijk verleiden met kunstaas als natuurlijk aas.
Zeeslangen komen vooral voor in de zeeën rond zuidelijk Azië en grote delen van Australië. Vrijwel alle soorten leven in ondiepe delen van de zee langs de kust, zoals in koraalriffen, mangrovebossen en rond riviermondingen. De slangen komen uitsluitend voor in tropische zeeën.
Het zijn geen agressieve dieren en als ze mensen bijten (die geen prooi voor hun zijn) injecteren ze vaak maar weinig gif waardoor de schade meestal erg beperkt blijft. Het sterke gif van zeeslangen wordt door de dieren vooral gebruikt om hun prooi te vangen.
De zwarte mamba staat bekend als 's werelds dodelijkste slang. Ze wonen in de savanne in het zuiden en oosten van Afrika, en ze zijn een van de snelste slangen ter wereld – ze kunnen snelheden van twintig kilometer per uur halen.
Voor Curaçao, Sint Eustatius en Sint Maarten werden elk drie haaiensoorten waargenomen. Er is nog een aanvullende BRUV-onderzeeërtest op 300 meter diepte rondom Curaçao gedaan, waarbij een extra haaiensoort werd gezien: de Cubaanse doornhaai.
Tijdens het snorkelen op Curaçao is het handig om waterschoenen te dragen. Je loopt er makkelijk mee het water in en je zult je voeten minder snel openhalen aan koraal. Ook ben je beter beschermd tegen eventuele zee-egels. Ook zit er in je duikbril soms een siliconenlaagje dat voor een bepaalde waas zorgt.
Het water op Curaçao is niet alleen veilig om te drinken, het is ook nog eens van de beste kwaliteit. Rond 1890 zijn er op Curaçao windturbines ingevoerd, ten behoeve van de irrigatie. In 1928 is er een zeewaterdistilleerderij in werking gesteld om drinkwater te produceren.
De grootste kans om wilde dolfijnen te zien maakt u tijdens een boottocht naar Klein Curacao. Tevens vanaf de kust; de kustlijn bij Westpunt tot helemaal tot aan de kust van Pietermaai en Jan Thiel.
Waar vind je schildpadden op Curaçao? Schildpad-spot-zekerheid heb je in theorie op Klein Curaçao en in praktijk op Playa Grandi. Ook heb je een redelijke kans bij Playa Lagun en Porto Marie. Je kunt ze zelfs zomaar tegenkomen bij een ander strand, maar wil je ze per se zien, dan raad ik je echt Playa Grandi aan.
De wijken Koraal Specht, Souax, en Seru Fortuna staan bekend als arme en daardoor minder veilige wijken. Je kunt hier op zichzelf prima met een auto doorheen rijden maar het is niet raadzaam om een van deze wijken te voet te verkennen, zeker niet na zonsondergang.
Met snorkelen moet je vooral opletten voor zee-egels. Op sommige stranden is veel dood koraal aangespoeld hier vinden veel mensen het prettig om met waterschoenen het water in te gaan om wondjes te voorkomen.
Zika op Curacao
Zika wordt verspreid door dezelfde mug die ook Dengue en Chikungunya verspreid, de Tijgermug. Gelukkig is Zika voor de meeste mensen minder ernstig (slechts 1 op de 5 besmette personen vertoond ziekteverschijnselen, en dan ook nog voor max. 10 dagen).
Flamingo's spotten op Curaçao
Je kunt op twee plekken flamingo's zien op Curaçao: bij de Sint Michielsbaai en bij de zoutpannen van Jan Kok in Sint Willibrordus, ook wel de saliña van Rif-Sint Marie genoemd. Bij de Sint Michielsbaai zijn de flamingo's helaas erg ver weg.
Behalve geelvintonijn of blauwvintonijn, kun je ook diepzeevissen op verschillende vissoorten van Curaçao zoals Barracuda, Zeilvis, Kingfish, Bonito, blauwe en witte Marlijn, Amberjack, Wahoo en zelfs haai. Geen paniek; vlak aan het strand tref je deze laatste niet.
De Tunnel of Doom ligt aan de noordkant van Curaçao, waar haaien, roggen en grote tandbaarzen leven.
Ze zijn meestal ongevaarlijk voor de mens, maar kunnen als ze zich bedreigd voelen, toch stevig van zich afbijten. Deze haai staat nummer twaalf op de lijst van het ISAF, met 10 niet uitgelokte aanvallen op mensen (tussen 1580 en 2008), waarvan geen enkele dodelijk.
Adderbeten in Nederland zijn zeldzaam. Sinds 1885 zijn ruim 220 adderbeten geregistreerd en uit aanvullend onderzoek is gebleken dat er dertien dodelijk waren (RAVON 57). Een adderbeet verloopt voor mensen dus zelden dodelijk, maar een beet is niet zonder risico's. Medische hulp moet dus altijd ingeroepen worden.
„Dat is ook zoiets. Mensen beweren dat het niet kan, maar ik heb anaconda's veel grotere prooien zien eten dan mensen. Een wild zwijn bijvoorbeeld en een kaaiman. Als de anaconda eenmaal de menselijke ribbenkast in elkaar heeft gedrukt, zijn we niet meer zo groot.
Doorgaans eten ze kleinere dieren, bijvoorbeeld konijnen of vogels. Pythons van deze afmetingen kunnen in principe alles eten wat ze willen, maar mensen staan doorgaans niet op hun menu. Er zijn dan ook weinig gevallen bekend waarbij een mens door een python werd opgegeten.