De of het zwembadverbod? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zwembadverbod? Is het de zwembadverbod of het zwembadverbod? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zwembadverbod moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zwembadverbod
Dit of deze zwembadverbod:
dit zwembadverbod
Dat of die zwembadverbod:
dat zwembadverbod
Bezittelijk voornaamwoord zwembadverbod
Onze of ons zwembadverbod:
ons zwembadverbod
Jouw of jou:
jouw zwembadverbod
Elke of elk zwembadverbod?Elk zwembadverbod
Gerelateerd aan zwembadverbod