De of het zwembadpas? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zwembadpas? Is het de zwembadpas of het zwembadpas? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zwembadpas moet gebruiken is:
De zwembadpas
Aanwijzend voornaamwoord zwembadpas
Dit of deze zwembadpas: deze zwembadpas
Dat of die zwembadpas: die zwembadpas

Bezittelijk voornaamwoord zwembadpas
Onze of ons zwembadpas: onze zwembadpas
Jouw of jou: jouw zwembadpas

Elke of elk zwembadpas?
Elke zwembadpas
Gerelateerd aan zwembadpas