De of het zwangerschapsmasker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zwangerschapsmasker? Is het de zwangerschapsmasker of het zwangerschapsmasker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zwangerschapsmasker moet gebruiken is:
Het zwangerschapsmasker
Aanwijzend voornaamwoord zwangerschapsmasker
Dit of deze zwangerschapsmasker: dit zwangerschapsmasker
Dat of die zwangerschapsmasker: dat zwangerschapsmasker

Bezittelijk voornaamwoord zwangerschapsmasker
Onze of ons zwangerschapsmasker: ons zwangerschapsmasker
Jouw of jou: jouw zwangerschapsmasker

Elke of elk zwangerschapsmasker?
Elk zwangerschapsmasker
Gerelateerd aan zwangerschapsmasker