De of het zwangerschapsduur? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zwangerschapsduur? Is het de zwangerschapsduur of het zwangerschapsduur? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zwangerschapsduur moet gebruiken is:
De zwangerschapsduur
Aanwijzend voornaamwoord zwangerschapsduur
Dit of deze zwangerschapsduur: deze zwangerschapsduur
Dat of die zwangerschapsduur: die zwangerschapsduur

Bezittelijk voornaamwoord zwangerschapsduur
Onze of ons zwangerschapsduur: onze zwangerschapsduur
Jouw of jou: jouw zwangerschapsduur

Elke of elk zwangerschapsduur?
Elke zwangerschapsduur
Gerelateerd aan zwangerschapsduur