De of het zwaardleen? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zwaardleen? Is het de zwaardleen of het zwaardleen? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zwaardleen moet gebruiken is:
Het zwaardleen
Aanwijzend voornaamwoord zwaardleen
Dit of deze zwaardleen: dit zwaardleen
Dat of die zwaardleen: dat zwaardleen

Bezittelijk voornaamwoord zwaardleen
Onze of ons zwaardleen: ons zwaardleen
Jouw of jou: jouw zwaardleen

Elke of elk zwaardleen?
Elk zwaardleen
Gerelateerd aan zwaardleen