De of het zuurstok? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zuurstok? Is het de zuurstok of het zuurstok? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zuurstok moet gebruiken is:
De zuurstok
Aanwijzend voornaamwoord zuurstok
Dit of deze zuurstok: deze zuurstok
Dat of die zuurstok: die zuurstok

Bezittelijk voornaamwoord zuurstok
Onze of ons zuurstok: onze zuurstok
Jouw of jou: jouw zuurstok

Elke of elk zuurstok?
Elke zuurstok
Gerelateerd aan zuurstok