De of het zuigkalf? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zuigkalf? Is het de zuigkalf of het zuigkalf? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zuigkalf moet gebruiken is:
Het zuigkalf
Aanwijzend voornaamwoord zuigkalf
Dit of deze zuigkalf: dit zuigkalf
Dat of die zuigkalf: dat zuigkalf

Bezittelijk voornaamwoord zuigkalf
Onze of ons zuigkalf: ons zuigkalf
Jouw of jou: jouw zuigkalf

Elke of elk zuigkalf?
Elk zuigkalf
Gerelateerd aan zuigkalf