De of het zuidpoollicht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zuidpoollicht? Is het de zuidpoollicht of het zuidpoollicht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zuidpoollicht moet gebruiken is:
Het zuidpoollicht
Aanwijzend voornaamwoord zuidpoollicht
Dit of deze zuidpoollicht: dit zuidpoollicht
Dat of die zuidpoollicht: dat zuidpoollicht

Bezittelijk voornaamwoord zuidpoollicht
Onze of ons zuidpoollicht: ons zuidpoollicht
Jouw of jou: jouw zuidpoollicht

Elke of elk zuidpoollicht?
Elk zuidpoollicht
Gerelateerd aan zuidpoollicht