De of het zoutgehalte? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zoutgehalte? Is het de zoutgehalte of het zoutgehalte? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zoutgehalte moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zoutgehalte
Dit of deze zoutgehalte:
dit zoutgehalte
Dat of die zoutgehalte:
dat zoutgehalte
Bezittelijk voornaamwoord zoutgehalte
Onze of ons zoutgehalte:
ons zoutgehalte
Jouw of jou:
jouw zoutgehalte
Elke of elk zoutgehalte?Elk zoutgehalte
Gerelateerd aan zoutgehalte