De of het zonnetoren? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zonnetoren? Is het de zonnetoren of het zonnetoren? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zonnetoren moet gebruiken is:
De zonnetoren
Aanwijzend voornaamwoord zonnetoren
Dit of deze zonnetoren: deze zonnetoren
Dat of die zonnetoren: die zonnetoren

Bezittelijk voornaamwoord zonnetoren
Onze of ons zonnetoren: onze zonnetoren
Jouw of jou: jouw zonnetoren

Elke of elk zonnetoren?
Elke zonnetoren
Gerelateerd aan zonnetoren