De of het zondagsrijder? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zondagsrijder? Is het de zondagsrijder of het zondagsrijder? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zondagsrijder moet gebruiken is:
De zondagsrijder
Aanwijzend voornaamwoord zondagsrijder
Dit of deze zondagsrijder: deze zondagsrijder
Dat of die zondagsrijder: die zondagsrijder

Bezittelijk voornaamwoord zondagsrijder
Onze of ons zondagsrijder: onze zondagsrijder
Jouw of jou: jouw zondagsrijder

Elke of elk zondagsrijder?
Elke zondagsrijder
Gerelateerd aan zondagsrijder