De of het zomerprogramma? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zomerprogramma? Is het de zomerprogramma of het zomerprogramma? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zomerprogramma moet gebruiken is:
Het zomerprogramma
Aanwijzend voornaamwoord zomerprogramma
Dit of deze zomerprogramma: dit zomerprogramma
Dat of die zomerprogramma: dat zomerprogramma

Bezittelijk voornaamwoord zomerprogramma
Onze of ons zomerprogramma: ons zomerprogramma
Jouw of jou: jouw zomerprogramma

Elke of elk zomerprogramma?
Elk zomerprogramma
Gerelateerd aan zomerprogramma