De of het zomerhuis? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zomerhuis? Is het de zomerhuis of het zomerhuis? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zomerhuis moet gebruiken is:
Het zomerhuis
Aanwijzend voornaamwoord zomerhuis
Dit of deze zomerhuis: dit zomerhuis
Dat of die zomerhuis: dat zomerhuis

Bezittelijk voornaamwoord zomerhuis
Onze of ons zomerhuis: ons zomerhuis
Jouw of jou: jouw zomerhuis

Elke of elk zomerhuis?
Elk zomerhuis
Gerelateerd aan zomerhuis