De of het zomerdag? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zomerdag? Is het de zomerdag of het zomerdag? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zomerdag moet gebruiken is:
De zomerdag
Aanwijzend voornaamwoord zomerdag
Dit of deze zomerdag: deze zomerdag
Dat of die zomerdag: die zomerdag

Bezittelijk voornaamwoord zomerdag
Onze of ons zomerdag: onze zomerdag
Jouw of jou: jouw zomerdag

Elke of elk zomerdag?
Elke zomerdag
Gerelateerd aan zomerdag