De of het zoenbloed? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zoenbloed? Is het de zoenbloed of het zoenbloed? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zoenbloed moet gebruiken is:
Het zoenbloed
Aanwijzend voornaamwoord zoenbloed
Dit of deze zoenbloed: dit zoenbloed
Dat of die zoenbloed: dat zoenbloed

Bezittelijk voornaamwoord zoenbloed
Onze of ons zoenbloed: ons zoenbloed
Jouw of jou: jouw zoenbloed

Elke of elk zoenbloed?
Elk zoenbloed
Gerelateerd aan zoenbloed