De of het zitcomfort? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zitcomfort? Is het de zitcomfort of het zitcomfort? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zitcomfort moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zitcomfort
Dit of deze zitcomfort:
dit zitcomfort
Dat of die zitcomfort:
dat zitcomfort
Bezittelijk voornaamwoord zitcomfort
Onze of ons zitcomfort:
ons zitcomfort
Jouw of jou:
jouw zitcomfort
Elke of elk zitcomfort?Elk zitcomfort
Gerelateerd aan zitcomfort