De of het zit-slaapkamer? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zit-slaapkamer? Is het de zit-slaapkamer of het zit-slaapkamer? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zit-slaapkamer moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zit-slaapkamer
Dit of deze zit-slaapkamer:
deze zit-slaapkamer
Dat of die zit-slaapkamer:
die zit-slaapkamer
Bezittelijk voornaamwoord zit-slaapkamer
Onze of ons zit-slaapkamer:
onze zit-slaapkamer
Jouw of jou:
jouw zit-slaapkamer
Elke of elk zit-slaapkamer?Elke zit-slaapkamer
Gerelateerd aan zit-slaapkamer