De of het zintuiglijkheid? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zintuiglijkheid? Is het de zintuiglijkheid of het zintuiglijkheid? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zintuiglijkheid moet gebruiken is:
De zintuiglijkheid
Aanwijzend voornaamwoord zintuiglijkheid
Dit of deze zintuiglijkheid: deze zintuiglijkheid
Dat of die zintuiglijkheid: die zintuiglijkheid

Bezittelijk voornaamwoord zintuiglijkheid
Onze of ons zintuiglijkheid: onze zintuiglijkheid
Jouw of jou: jouw zintuiglijkheid

Elke of elk zintuiglijkheid?
Elke zintuiglijkheid
Gerelateerd aan zintuiglijkheid