De of het ziener? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ziener? Is het de ziener of het ziener? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ziener moet gebruiken is:
De ziener
Aanwijzend voornaamwoord ziener
Dit of deze ziener: deze ziener
Dat of die ziener: die ziener

Bezittelijk voornaamwoord ziener
Onze of ons ziener: onze ziener
Jouw of jou: jouw ziener

Elke of elk ziener?
Elke ziener
Gerelateerd aan ziener