De of het zielenheil? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zielenheil? Is het de zielenheil of het zielenheil? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zielenheil moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord zielenheil
Dit of deze zielenheil:
dit zielenheil
Dat of die zielenheil:
dat zielenheil
Bezittelijk voornaamwoord zielenheil
Onze of ons zielenheil:
ons zielenheil
Jouw of jou:
jouw zielenheil
Elke of elk zielenheil?Elk zielenheil
Gerelateerd aan zielenheil