De of het ziekte-uitbraak? Welk lidwoord is juist?
Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ziekte-uitbraak? Is het de ziekte-uitbraak of het ziekte-uitbraak? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ziekte-uitbraak moet gebruiken is:
Aanwijzend voornaamwoord ziekte-uitbraak
Dit of deze ziekte-uitbraak:
deze ziekte-uitbraak
Dat of die ziekte-uitbraak:
die ziekte-uitbraak
Bezittelijk voornaamwoord ziekte-uitbraak
Onze of ons ziekte-uitbraak:
onze ziekte-uitbraak
Jouw of jou:
jouw ziekte-uitbraak
Elke of elk ziekte-uitbraak?Elke ziekte-uitbraak
Gerelateerd aan ziekte-uitbraak