De of het ziekenhuishulp? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ziekenhuishulp? Is het de ziekenhuishulp of het ziekenhuishulp? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ziekenhuishulp moet gebruiken is:
De ziekenhuishulp
Aanwijzend voornaamwoord ziekenhuishulp
Dit of deze ziekenhuishulp: deze ziekenhuishulp
Dat of die ziekenhuishulp: die ziekenhuishulp

Bezittelijk voornaamwoord ziekenhuishulp
Onze of ons ziekenhuishulp: onze ziekenhuishulp
Jouw of jou: jouw ziekenhuishulp

Elke of elk ziekenhuishulp?
Elke ziekenhuishulp
Gerelateerd aan ziekenhuishulp