De of het ziekenhuisapotheker? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord ziekenhuisapotheker? Is het de ziekenhuisapotheker of het ziekenhuisapotheker? Het juiste lidwoord dat je voor het woord ziekenhuisapotheker moet gebruiken is:
De ziekenhuisapotheker
Aanwijzend voornaamwoord ziekenhuisapotheker
Dit of deze ziekenhuisapotheker: deze ziekenhuisapotheker
Dat of die ziekenhuisapotheker: die ziekenhuisapotheker

Bezittelijk voornaamwoord ziekenhuisapotheker
Onze of ons ziekenhuisapotheker: onze ziekenhuisapotheker
Jouw of jou: jouw ziekenhuisapotheker

Elke of elk ziekenhuisapotheker?
Elke ziekenhuisapotheker
Gerelateerd aan ziekenhuisapotheker