De of het zestigplusser? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zestigplusser? Is het de zestigplusser of het zestigplusser? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zestigplusser moet gebruiken is:
De zestigplusser
Aanwijzend voornaamwoord zestigplusser
Dit of deze zestigplusser: deze zestigplusser
Dat of die zestigplusser: die zestigplusser

Bezittelijk voornaamwoord zestigplusser
Onze of ons zestigplusser: onze zestigplusser
Jouw of jou: jouw zestigplusser

Elke of elk zestigplusser?
Elke zestigplusser
Gerelateerd aan zestigplusser