De of het zeshoek? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zeshoek? Is het de zeshoek of het zeshoek? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zeshoek moet gebruiken is:
De zeshoek
Aanwijzend voornaamwoord zeshoek
Dit of deze zeshoek: deze zeshoek
Dat of die zeshoek: die zeshoek

Bezittelijk voornaamwoord zeshoek
Onze of ons zeshoek: onze zeshoek
Jouw of jou: jouw zeshoek

Elke of elk zeshoek?
Elke zeshoek
Gerelateerd aan zeshoek