De of het zelftucht? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zelftucht? Is het de zelftucht of het zelftucht? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zelftucht moet gebruiken is:
De zelftucht
Aanwijzend voornaamwoord zelftucht
Dit of deze zelftucht: deze zelftucht
Dat of die zelftucht: die zelftucht

Bezittelijk voornaamwoord zelftucht
Onze of ons zelftucht: onze zelftucht
Jouw of jou: jouw zelftucht

Elke of elk zelftucht?
Elke zelftucht
Gerelateerd aan zelftucht