De of het zelfscholing? Welk lidwoord is juist?

Welk lidwoord (de of het) hoort bij het woord zelfscholing? Is het de zelfscholing of het zelfscholing? Het juiste lidwoord dat je voor het woord zelfscholing moet gebruiken is:
De zelfscholing
Aanwijzend voornaamwoord zelfscholing
Dit of deze zelfscholing: deze zelfscholing
Dat of die zelfscholing: die zelfscholing

Bezittelijk voornaamwoord zelfscholing
Onze of ons zelfscholing: onze zelfscholing
Jouw of jou: jouw zelfscholing

Elke of elk zelfscholing?
Elke zelfscholing
Gerelateerd aan zelfscholing